Adesys bv, Wateringen
commando desgewenst ingekort worden tot: MT REP 01/00, 99/"pompstoring
Molenweer 4", waarmee in feite gezegd wordt: zend naar oproepnummer A
(01/00) het bericht: pompstoring Molenweer 4.
MT REPSTAT
vraagt de status van een via commando MT REP geactiveerde melding op.
De volgende terugmeldingen zijn mogelijk:
ERROR: er is geen melding actief.
OK: de melding is correct verlopen.
FAILED: de melding is mislukt.
BUSY: de Modalarm–T is nog bezig met melden.
MT RST
reset de Modalarm, als bij het indrukken van de resettoets. Het commando
werkt niet tijdens instellen van de Modalarm en tijdens een modemverbinding.
MT WD t
triggert de watchdog. Na eerste ontvangst wordt de watchdog gestart en het
commando telkens binnen t minuten opnieuw verwacht, anders wordt het
watchdog meldkanaal geactiveerd. De watchdogfunctie kan slechts beëindigd
worden door de Modalarm-T volledig uit te schakelen.
20. INSTALLATIEPROGRAMMA'S
Instellen via de COM-poort is mogelijk door de Modalarm aan te sluiten op een PC met een
terminalemulatieprogramma. Stel de COM-poort van de PC in op 19.200 baud, geen pariteit, 8
bits data, 1 stopbit (fabrieksinstelling Modalarm, kan eventueel gewijzigd worden, zie hoofdstuk
20.11, Prog 97 "uitlezen datalogger").
Start het instelmenu door het ingeven van "MT" op het toetsenbord van de PC.
Doorloop nu met de pijltoetsen de verschillende menukeuzen en bevestig elke keuze
steeds met de enter-toets.
Beantwoord altijd na een gewijzigde instelling ook alle erna volgende vragen, totdat de
melding
programma via de esc-toets worden de oude instellingen teruggezet!
Controle van de huidige instellingen is mogelijk door steeds alleen op de ENTER-toets te
drukken.
De vervolgmenu's tijdens het instellen zijn vaak afhankelijk van eerder ingebrachte
gegevens. Het kan daarom voorkomen dat tijdens het instellen niet alle beschreven menu's
op het beeldscherm verschijnen.
Als de Modalarm–T met verkeerde com-poort instellingen aangesproken wordt, zal een
fouttoon klinken.
20.1 Prog 11 "bekijken versienummer"
Na het indrukken van de prog-toets verschijnt in het display de softwareversie.
Modalarm-TR
Gebruiksaanwijzing
verschijnt. Bij tussentijds verlaten van een
41
Gebruiksaanwijzing
20.2 Prog 21 "instellen meldkanalen"
Kies het kanaal waarvan u de instellingen wilt wijzigen of controleren. Bevestig de keuze met de
prog-toets, en stel in op welke wijze het meldkanaal gestuurd gaat worden. De volgende
instellingen zijn mogelijk:
Indien contact gestuurd:
Na deze keuze verschijnt de volgende vraag:
Kies of het meldkanaal actief is bij een gesloten of geopend contact op de bijbehorende
ingang.
! ! ! ! "
Stel de gewenste vertragingstijd in. Het meldkanaal wordt pas actief wanneer de ingang
langer dan deze vertragingstijd is geactiveerd.
! ! ! ! "
Idem, echter voor de rust situatie.
$
Stel in of de melding bij het wijzigen van de kanaalstatus (van actief naar rust of
andersom) moet stoppen of worden afgemaakt.
Indien serieel gestuurd:
Het meldkanaal zal door een besturingscommando op de COM-poort worden geactiveerd.
20.3 Prog 29 "instellen accu"
Met dit programma kan de accu bewaking van de externe accu worden ingesteld. De volgende
instellingen zijn mogelijk:
•
Wanneer de accu bijna leeg of defect is zal dit lokaal en/of telefonisch worden
gemeld via het "accu leeg" meldkanaal.
20.4 Prog 31 "instellen zoemer"
Met dit programma kunnen de start- en stopcondities van de ingebouwde zoemer worden
ingesteld. De volgende instellingen zijn mogelijk:
$
Schakel hier de zoemer uit of aan. Wanneer gekozen wordt voor aan verschijnt de vraag:
$
42
Adesys bv, Wateringen
#
#
$
Modalarm-TR