7. Als het paginaformaat en het mediumtype op het aanraakscherm overeenkomen met het
formaat en type van het papier in de achterste lade, selecteert u Ja (Yes).
Als dit niet het geval is, selecteert u Wijzigen (Change) om de instellingen te wijzigen op basis van het
formaat en type van het geplaatste papier.
8. Open het bedieningspaneel (E) en trek de papieruitvoerlade (F) en de papieruitvoersteun
(G) uit.
Zorg dat u het bedieningspaneel opent voordat u gaat afdrukken. Als het bedieningspaneel niet geopend
is, start de printer niet met afdrukken.
9. Plaats de geheugenkaart.
* In de afbeelding hieronder wordt de SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart als voorbeeld weergegeven.
47