Steek de stekker erin.
9.
Zorg ervoor dat de stekker vastklikt.
‒
Stekkerverbinding met de glasplaat
Voer de beschermslang in de daarvoor bedoelde
10.
opening in.
Plaats de vetfilters.
11.
De stroom aansluiten.
12.
Buizen
Opmerking: Wanneer u een aluminiumbuis gebruikt,
maak dan het aansluitgedeelte eerst glad.
Wij adviseren het gebruik van buizen met een afvoer-
buis van Ø 150 mm.
Wanneer de diameter van de buizen onder de 150 mm
ligt, dan heeft u een separaat verkrijgbare reductiemof
nodig.
Luchtafvoerverbinding maken (afvoerbuis Ø 150 mm)
De luchtafvoerbuis op het afvoeraansluitstuk beves-
1.
tigen.
De verbinding met de afvoerluchtopening maken.
2.
De verbindingspunten afdichten.
3.
Schoorsteenafscherming monteren
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
Om de schoorsteenafscherming los te maken, de
1.
tape verwijderen of de schoorsteenafscherming uit
de beschermende verpakking halen.
Indien voorhanden de beschermfolie aan beide
2.
schoorsteenafschermingen verwijderen.
De bovenste schoorsteenafscherming met de
3.
2 schroeven aan de zijkant aan de bevestigingshoe-
ken schroeven.
Opmerking: Om krassen te vermijden zachte doe-
4.
ken als bescherming over de randen van de buiten-
ste schoorsteenafscherming leggen.
De onderste schoorsteenafscherming op het appa-
raat plaatsen en iets uit elkaar trekken.
Montagehandleiding nl
21