Bedieningspaneel
* Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding.
A: Knop AAN (ON)
Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat
wordt aangezet.
B: AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
C: De knop Netwerk (Network)
Hiermee activeert of deactiveert u de Wi-Fi.
D: De knop Direct
Hiermee schakelt u Draadloos direct in of uit.
E: De knop Informatie (Information)
Hiermee wordt informatie over netwerkinstellingen afgedrukt.
F: Knop Instellingen (Setup)
Selecteer een menu om printeronderhoud uit te voeren en printerinstellingen te wijzigen. Als u
herhaaldelijk op deze knop drukt, wordt de segmentweergave op het LCD-scherm gewijzigd.
G: Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
H: Inktlampjes
Deze branden of knipperen, bijvoorbeeld wanneer de inkt bijna op is.
143