Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Op Luchtkanalen - Komfovent RHP Pro2 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor RHP Pro2:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL

3.7. Aansluiting op luchtkanalen

• De kanalen die de kast met de buitenkant van het gebouw verbinden, moeten worden geïsoleerd
(isolatiedikte 50-100 mm) om condensatie op koude oppervlakken te voorkomen.
• Luchtinlaat- en luchtafvoerkanalen moeten worden voorzien van luchtafsluitkleppen (elektrisch met
aandrijvingen) om de kast te beschermen tegen blootstelling aan klimatologische omstandigheden
wanneer de kast wordt uitgeschakeld.
• Om het geluid dat door de LBK wordt gegenereerd en het geluid dat via de kanalen naar geventileer-
de ruimtes gaat te minimaliseren, moeten er geluidsdempers (geluiddempers) op de kast worden
aangesloten.
• Luchtkanaalsysteemelementen moeten voorzien zijn van afzonderlijke beugels en moeten zodanig
worden gemonteerd dat hun gewicht niet wordt verschoven naar de behuizing van de kast.
Luchtkanalen moeten worden aangesloten op flexibele kastaansluitingen, flenzen of luchtkleppen. Afhankelijk van de
LBK-grootte worden L-20 of L-30 flenzen gebruikt. Voor de luchtdichtheid van de luchtkanalen moeten speciale zelfklevende
pakkingen op de flenzen worden aangebracht. Wij raden aan een stevige pakking te installeren, d.w.z. niet in kleinere stuk-
ken te snijden. Zorg ervoor dat de pakking de bevestigingsgaten in de hoeken niet afdekt en niet beschadigd raakt bij het
vastzetten van de schroeven. Flenzen in de hoeken worden bevestigd met M8x20 schroeven en een C-profiel wordt op de
randen gedrukt om de flenzen te verbinden.
3
Fig. 32. Voorbeeld voor het bevestigen en afdichten van een flenskanaalverbinding
1 – schroef, 2 – C-profiel voor het aansluiten van flenzen, 3 – zelfklevende pakking
Voor rechthoekige kanalen met openingen die langer zijn dan 500 mm, wordt aanbevolen universele klemverbindingen
te gebruiken in plaats van C-profielen om een betere luchtdichtheid te garanderen. Klemverbindingen moeten gelijkmatig
op een afstand van ten hoogste 265 mm van elkaar worden geplaatst.
30
2
3
2
Fig. 33. Voorbeeld van kanaalaansluiting met universele klemverbindingen
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
2
1
2
1
≤ 265 mm
А - А
2
3
RHP Pro2_installation manual_23-03

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave