Download Print deze pagina

GRAUPNER XR-2 RACE Handleiding pagina 9

Advertenties

aansluitvoorbeeld 3: aparte ontvangeraccu
De aansluiting van een aparte ontvangeraccu vindt plaats aan een ongebruikte servo-aansluiting. Zijn alle
aansluitingen al in gebruik, dan moet dit met behulp van een V-kabel, best.nr. 3936.11 gedaan worden (zie
onderstaand schema). Aan de batterijaansluiting van de ontvanger mag niets worden aangesloten.
Schakelaar-kabel
Best.nr. 3934.1
Ontvanger
Aanhangsel
Aanvullende aanwijzingen
Ontvangerantenne
De ontvangerantenne is direct aan de ontvanger aangesloten. De lengte bedraagt ca. 100 cm. De antenne moet in
een rechte lijn en zo ver mogelijk weg van electromotoren, servo's, metalen stangen of stroomdraden worden
gelegd.
Bij scheepsmodellen moet de ontvangstinstallatie zo worden ingebouwd, dat de ontvanger en de antenne zo ver
mogelijk van aandrijfmotoren, stroomdraden en metalen delen verwijderd zijn.
Een staafantenne met 80-100cm vrije lengte is bij scheepsmodellen de beste oplossing.
Ook bij automodellen zijn staafantennes het meest geschikt. Hier mogen bij wijze van uitzondering ingekorte
antennes gebruikt worden, omdat er geen grote afstanden overbrugd behoeven te worden.
Inbouwen van stuurstangen en - kabels
In principe moet de inbouw zo plaatsvinden, dat de stuurstangen vrij en licht lopen. Zwaar lopende stangen en
roeren kosten stroom, trekken de accu's sneller leeg en verkleinen de stelnauwkeurigheid van de servo's.
Heel belangrijk is, dat alle roerhevels hun volledige uitslagen kunnen uitvoeren, dus niet mechanisch begrensd
worden.
Met het oog op deze gegevens moeten de openingen voor de stuurstangen in het model worden gemaakt, de
scharnieren worden gecontroleerd enz. Dit is vooral van belang bij het bedienen van de motordrossel. De positie
'volgas' moet door de stuurknuppelpositie worden bepaald, in geen geval door de mechanische begrenzing van
de carburateur.
In dit laatste geval wordt de servo bijna de gehele tijd volledig belast, neemt daardoor veel stroom op en kan
doorbranden.
Ook de stationairpositie moet electrisch, dus door de stuurknuppelpositie, bepaald worden en niet door de
mechanische begrenzing van de carburateur.
Ontstoren van electromotoren
Bij een technisch probleemloze installatie horen onstoorde electromotoren, omdat alle electromotoren tussen
collector en borstels vonken veroorzaken die, afhankelijk van het soort motor, de radiobesturing kunnen storen.
In scheepsmodellen met electroaandrijving moet de motor daarom zorgvuldig ontstoord worden.
Onstoorfilters onderdrukken zulke stoorimpulsen verregaand en moeten bij electroaandrijving en gebruik van
een radiobesturingsinstallatie altijd worden ingebouwd.
Onstoorfilters moeten zo dicht mogelijk bij de aandrijfmotor worden gemonteerd en de aansluitdraden van de
stroomaansluitingen en van de massaverbinding van de motor naar de ontstoorfilters moeten zo kort mogelijk
zijn (max. 20mm). Voor iedere electromotor moet een eigen ontstoring resp. een eigen ontstoorfilter worden
gebruikt.
V-kabel
Best.nr. 3936.11
Servo voor 'motor'
Ontvangeraccu 4,8V
Servo voor 'stuur'

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor GRAUPNER XR-2 RACE