Download versie dec 2016
3.2 Motor-identificatienummer
Het identificatienummer staat in het motorblok gestanst ter hoogte van de bijvuldop van de
transmissieolie.
3.3 Scooter met achteruit
Bedieningspook voor en achteruit
1. Vooruit
Zet de bedienings-pook naar links (D positie )
Geef een beetje gas om vooruit te rijden
2. Neutraal
Zet de bedieningspook in de midden ( N positie )
3. Achteruit
Bij het achteruit schakelen, moet u tegelijkertijd de linker remhandel in knijpen, anders stopt de
motor automatisch. Dit is voor uw veiligheid.
Zet de bedieningspook naar rechts ( R positie ), en geef een beetje gas om achteruit te rijden.
Opmerking:
Gebruik de bedienings-pook alleen als de scooter stil staat
Voor uw veiligheid, rij niet sneller achteruit dan 10 km per uur.
Tips voor het bedienen van de bedienings-pook
1. Het verzetten van de bedieningspook: Trek de bedienings-pook een beetje naar u toe om hem vrij
te zetten. Zet hem in de gewenste stand, en laat hem los
2.Neutraal: Schakel altijd eerst naar neutraal, schakel voor uw veiligheid nooit direct van voorwaarts
naar achteruit ( en andersom ). Geef zoveel gas dat de motor 3000-4000 toeren draait, dan schakelt
de bedieningspook gemakkelijk.
3.Achteruit: De driewielscooter is voorzien van een snelheidsbeperking voor het achteruitrijden. Wij
raden u sowieso aan om altijd zachtjes achteruit te rijden.
14