40 tot +140 °F) werkt. De verwarming werkt alleen
op 24 VAC. De verwarming kan niet worden
gebruikt om de camera te ontdooien of te
ontwasemen.
U kunt de verwarmingsoptie configureren in het
OSD-menu onder INSTELLEN > SPECIAAL >
HEATCTRL. Er zijn drie mogelijke opties:
Uit: De verwarming is uitgeschakeld.
Automatisch: De verwarming begint te werken
wanneer de temperatuur lager wordt dan -10 °C (14
°F). Wanneer de temperatuur oploopt tot -5 °C
(23 °F) stopt de verwarming.
Aan: De verwarming is ingeschakeld totdat de
temperatuur 40 °C (104 °F) bereikt. Deze wordt
vervolgens automatisch uitgeschakeld.
Programmeren
Zodra de camerahardware is geïnstalleerd, kan de
camera worden geprogrammeerd.
11