Instellingen
• T oon kiestoetsenblok: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u nummers
ingeeft op het belscherm.
• A anraakgeluiden: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een applicatie of
een optie op het aanraakscherm selecteert.
• G eluid schermvergrendeling: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt en ontgrendelt.
Display
Hier kunt u de instellingen voor het scherm wijzigen.
• A chtergrond:
– Startscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm.
– Vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het vergrendelde scherm.
– Start- en vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm en
het vergrendelscherm.
• M eldingenvenster: de items aanpassen die worden weergegeven in het bedieningspaneel.
• H elderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• T ime-out scherm: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld.
• L etterstijl: het lettertype voor de schermtekst wijzigen.
• T ekstgrootte: de grootte van het lettertype wijzigen.
• B atterijpercentage weergeven: instellen om het apparaat de resterende gebruiksduur van de
batterij te laten zien.
Opslag
Geheugeninformatie van uw apparaat en geheugenkaart weergeven of een geheugenkaart
formatteren.
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens definitief van de kaart
verwijderd.
De feitelijk beschikbare capaciteit van het interne geheugen is minder dan de
gespecificeerde capaciteit. Een gedeelte van het geheugen wordt namelijk gebruikt door
het besturingssysteem en de standaardapplicaties.
93