3
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKING
L
Maak je vóór het begin van de training vertrouwd met alle functies en instellingen van het
apparaat. Vraag een vakman de nodige uitleg over het juiste gebruik van dit apparaat.
3.1
Aanduidingen op de console
Time (tijd)
Speed
(snelheid)
RPM (trapfrequentie;
toeren per minuut)
Distance (afstand)
16
1. Doeltijd van 0:00 tot 99:00 voor de aftelfunctie instellen met
het draaiwiel.
2. Door de gebruiker gedefinieerde instelling of automatisch
optellen
Weergave van de trainingssnelheid van de gebruiker
Weergave van de pedaalomwentelingen per minuut.
RPM en SPEED (snelheid) wijzigen de weergave alle 6 seconden
na het begin van de oefening.
1. Doeltijd van 0,00 tot 99,50 voor de aftelfunctie instellen met
het draaiwiel.
2. Door de gebruiker gedefinieerde instelling of automatisch
optellen
HT 30