Montage voorschrift Carelock® 1.0
Inbouw- en montagevoorschriften Algemeen
Ÿ
Storingen welke voorkomen hadden kunnen worden door het correct uitvoeren van de
Brondool inbouw- en montagevoorschriften, vallen niet onder de garantie. De deur en het
kozijn moeten in goede staat verkeren en mogen niet klemmen. De deurdranger, indien
aanwezig, moet goed functioneren met voldoende sluitkracht.
Ÿ
Om de goede werking van het slot te waarborgen dient grote zorg te worden besteed aan het
aftekenen van de boorgaten en freesuitsparingen. Na het ruim uitfrezen van de slotkast, moet
deze goed worden schoongemaakt, zodat er geen houtsplinters of andere verontreinigingen
in de slotkast achter blijven en er geen kans is dat deze in het slot komen.
Ÿ
De sparing achter en onder de slotkast dient voldoende ruim te zijn om de aansluitkabels te
kunnen bergen. De slotkast mag bij montage niet geklemd worden. De uitsparingen t.b.v.
krukgat, de cilinder en de bevestigingsbouten van het beslag dienen voldoende ruim te zijn,
zodat de onderdelen zonder klemmen kunnen worden gemonteerd.
Ÿ
De sluitnaad tussen deur [voorplaat slot] en kozijn mag maximaal 4 mm zijn.
Ÿ
Voorkom dat een slot in een deur, zonder beslag en/of cilinder, aan regen of vocht wordt
blootgesteld.
Ÿ
Bij montage van sloten in metalen of kunststof deuren of kozijnen moet boven het slot een
afscherming
worden aangebracht om te voorkomen dat verontreinigingen in het slot kunnen
vallen.
Ÿ
Voorkom dat de voorplaat en de schoten van het slot geverfd worden. Er mag nooit door een
slot worden geboord. Er mag nooit aan een schoot of vergrendelpal worden gevijld. Een
slot mag alleen licht gesmeerd worden met teflon spray door een terzake deskundige – met
name mag er nimmer smeermiddel in of op de elektronische en elektromagnetische
componenten komen.
Specifieke inbouw- en montagevoorschriften
Ÿ
Sluit het slot aan op een gestabiliseerde voeding met een klemspanning van 12 of 24 VDC,
indien de rimpelspanning van de voeding te groot (≥ 100 mV) is, kan de spoel in het slot gaan
"brommen". De spanning gemeten op de klemmen dient minimaal 11 en maximaal 25 VCD
te zijn. Ieder slot verbruikt ongeveer 4,2 Watt continu.
Ÿ
Voor de bekabeling door de deur en kabelovergang altijd soepele of zeer soepele niet
afgeschermde kabel gebruiken.
Zeer belangrijk:
·
Voor de dagschootvergrendelpal moet geen uitsparing in het kozijn of sluitplaat worden
gemaakt, de dagschootvergrendelpal moet tegen het kozijn of de sluitplaat drukken om
de dagschoot te vergrendelen.
Bij dit type slot moet er op gelet worden dat tijdens de inbouw de krukstift volledig door
·
beide tuimelaarschalen geplaatst wordt, teneinde schade te voorkomen aan de
krukvrijloopconstructie.
Montagehandleiding Carelock ® 1.0 januari 2017 V-2
het
2