Controle van het watervolume en de voordruk in het
expansievat
De unit is uitgerust met een expansievat van 12 liter met een
standaardvoordruk van 1 bar.
Omwille van de goede werking van de unit moet de voordruk van het
expansievat mogelijk worden aangepast en moeten het minimale en
maximale watervolume worden gecontroleerd.
1
Controleer of het totale watervolume in de installatie, met
uitzondering van het interne watervolume van de unit, minimum
20 l bedraagt.
Dit minimale watervolume zal een goed resultaat
produceren voor de meeste toepassingen.
Maar voor kritieke processen of in ruimten met een grote
warmtebelasting kan een extra watervolume vereist zijn.
Wanneer
de
circulatie
lus/radiatorlus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimale watervolume van
20 l
behouden
blijft,
dichtgedraaid zijn.
Voorbeeld
1
11
2
3
11
5
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Koelmiddel-
warmtewisselaar
4
Waterwarmtewisselaar
5
Compressor
6
Pomp
7
Afsluiter
8
Verdeelstuk
(lokale levering)
Afsluiter
9
Omloopklep
(lokale levering)
EKHBRD011~016ABV1+Y1 + EKHBRD011~016ACV1+Y1
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW60970-1D – 05.2011
in
elke
ruimteverwarmings-
zelfs
wanneer
alle
A
C1
4
6
7 7 8
9
M3
M2
M1
10
Radiator (lokale levering)
11
Elektronische
expansieklep
C1
Afstandsbediening
M1...M3
Individuele
gemotoriseerde klep
voor het regelen van
lusradiatoren
(lokale levering)
T1...T3
Individuele
kamerthermostaat
(lokale levering)
A
Installatieruimte
B
Woonkamer
2
Bepaal aan de hand van de onderstaande tabel en instructies of
de voordruk van het expansievat moet worden aangepast en of
het totale watervolume in de installatie kleiner is dan het
maximaal toegelaten watervolume.
Hoogte-
verschil
installatie
≤7 m
>7 m
kleppen
B
(a) Hoogteverschil installatie: hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste
punt van de installatie bevindt, wordt de installatiehoogte beschouwd als
zijnde 0 m.
10
Voordruk van het expansievat berekenen
De in te stellen voordruk (Pg) is afhankelijk van het maximale hoogte-
verschil van de installatie (H) en wordt berekend als volgt:
T3
Pg=(H/10+0,3) bar
Controle van het maximaal toegelaten watervolume
T2
Het maximaal toegelaten watervolume in het hele circuit berekent u
als volgt:
1
Bepaal voor de berekende voordruk (Pg) het overeenkomstige
T1
maximale watervolume aan de hand van de onderstaande
grafiek.
2
Controleer of het totale watervolume in het hele watercircuit
kleiner is dan deze waarde.
Is dit niet het geval, dan is het expansievat binnenin de binnenunit te
klein voor de installatie.
2.5
2
1.5
1
0.5
0.3
0.0
0 20
50
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt
100 l.
In dit voorbeeld is geen actie of aanpassing vereist.
Watervolume
65°C ≤ ≤ ≤ ≤ 270 l
(a)
80°C ≤ ≤ ≤ ≤ 180 l
Geen aanpassing van
voordruk vereist.
Vereiste acties:
• voordruk moet worden
verhoogd, bereken
volgens
"Voordruk van het
expansievat berekenen"
• controleer of het
watervolume kleiner is
dan maximaal toegelaten
(aan de hand van
onderstaande grafiek)
100
150
200
250
300
maximum water volume [l]
= voordruk
= maximaal watervolume
= vergroot voordruk expansievat
= verklein voordruk expansievat
65°C >270 l
80°C >180 l
Vereiste acties:
• voordruk moet worden
verlaagd, bereken
volgens
"Voordruk van het
expansievat berekenen"
• controleer of het
watervolume kleiner is
dan maximaal toegelaten
(aan de hand van
onderstaande grafiek)
Expansievat van de unit te
klein voor de installatie.
350
400
450
Montagehandleiding
14