7. Bijlage
7.1. Foutmeldings- en waarschuwingscodes
Deze bijlage geeft een lijst van foutmeldings- en waarschuwingscodes en mogelijke oplossingen.
E0: Kalibratiefout
Interne storing – foute/ontbrekende kalibratiegegevens
• Neem contact op met dealer voor ondersteuning – Fout is niet verbeterbaar door gebruiker en SBP vereist vervanging.
E1: Kortsluiting
Kortsluitingsbescherming wordt geactiveerd bij een kortsluiting, een overbelasting of overmatige stortvloedstroom - zoals bij
pogingen om rechtstreeks een omvormer of omvormer/lader op te starten.
1. Controleer op potentiële kortsluiting.
2. Bevestig dat de laadstroomdruk het SBP stroomgehalte niet overschrijdt.
3. Gebruik de SBP om de remote aan/uit-schakelaar te regelen op elektrisch vermogen met hoge toevloedstroom, in plaats van
rechtstreeks de gelijkstroomtoevoer in te schakelen/uit te schakelen.
4. Controleer op losse/hoge weerstandverbindingen en zorg ervoor dat de correcte meterbedrading gebruikt wordt bij de
installatie.
P2: Waarschuwing te hoge temperatuur
Dringende interventie vereist om ontkoppeling van elektrisch vermogen te beletten.
Interne temperatuur dichtbij de limiet. Bescherming tegen te hoge temperatuur wordt geactiveerd wanneer temperatuur blijft
stijgen.
E2: Te hoge temperatuur
Bescherming tegen te hoge temperatuur wordt geactiveerd bij overmatige interne temperatuur.
1. Bevestig dat de laadstroomdruk het SBP stroomgehalte niet overschrijdt.
2. Controleer op losse/hoge weerstandverbindingen en zorg ervoor dat de correcte meterbedrading gebruikt wordt bij de
installatie.
3. Het toestel SBP niet installeren op een locatie die blootgesteld is aan hoge temperatuur of stralingswarmte - verplaatsen SBP
naar een koelere plaats of bijkomende extra koeling voorzien.
P3: Waarschuwing te lage spanning
Dringende interventie vereist om ontkoppeling van elektrisch vermogen te beletten.
Bescherming tegen te lage spanning wordt binnen 90 seconden geactiveeerd wanneer geen actie genomen wordt.
E3: Te lage spanning
Bescherming tegen te lage spanning wordt geactiveerd wanneer de invoerspanning gedurende 90 seconden onder de
spanningsgrens valt.
1. Schakel uit/ontkoppel elektrisch vermogen en herlaad de accu.
2. Controleer laadsysteem en accu op correcte werking.
E4: Te hoge spanning
Bescherming tegen te hoge spanning wordt geactiveerd wanneer de invoerspanning 16 V (voor 12 V-systemen) of 32 V (voor 24
V-systemen) overschrijdt.
1. Bevestig de configuratie van alle oplaadapparaten in het systeem - in het bijzonder instellingen systeemspanning en
oplaadspanning.
2. Controleer laadsysteem op correcte werking.
3. Bevestig dat configuratie systeemspanning van SBP correct is.
E5: Configuratiefout
Interne storing – foute/ontbrekende configuratiegegevens
Om de SBP uit deze toestand te herstellen;
Pagina 16
Smart BatteryProtect 12/24V
Bijlage