13. Problemen en hun mogelijke oorzaken
1. De machine draait niet nadat de schakelaar werd aangezet.
a) Onderbreking van de hoofdschakelaar te wijten aan een onregelmatige
voltage – zorg voor een correcte voltage en zet de schakelaar opnieuw aan.
b) Een zekering is doorgebrand in de schakeldoos–vervang deze door nieuwe.
c) Bij een teveel aan spanning, slaat het relais automatisch af. Druk de knop
opnieuw in en het relais zal weer normaal werken.
2. Oververhitting van de motor en geen stroom.
a) Overaanvoer – verminder de aanvoersnelheid
b) Lager voltage – breng op het precieze voltage
c) Vervuild contactpunt van de magnetische schakelaar– vervang door nieuwe
d) Spanningsrelais is stuk – vervang door nieuwe
e) Zwakke motor – vervang de motor
f) De zekering is doorgebrand of slecht contact van de bedrading. (De motor
zal bij kortsluiting gemakkelijk stuk gaan). Zet de stroomschakelaar
onmiddellijk af en vervang de oude zekering door een nieuwe.
g) De V-riemspanning is te hoog – regel deze bij tot de correcte spanning is
bereikt.
3. De spilaslager bereikt een te hoge temperatuur.
a) Onvoldoende vet – vul met vet
b) De spilaslager staat te vast – Draai stroomloos aan de spilas en voel met
de hand of deze vast staat.
c) Te lang draaien aan hoge snelheid – Zet op een lagere snelheid.
4. Gebrek aan kracht terwijl de hoofdas draait.
a) Onvoldoende V-riemspanning – regel bij tot de correcte spanning is
bereikt.
b) De motor is verbrand – vervang de motor
c) De zekering is doorgebrand – vervang door nieuwe
5. De tafelverstelling is niet is balans.
a) De conusopening is te groot –regel de bout bij
b) De bladvijs is gelost – draai deze aan
c) Te diepe voeding – verklein de voedingsdiepte
6. De spil vibreert en het werkoppervlak wordt ruw tijdens het werk.
a) De spillageropening is te groot – verklein de opening en vervang de lager.
b) De opening van de conusgrijpplaat is te groot – regel de bout bij
c) De boorkop komt los – span de boorkop aan
d) Het mes is bot – laat het scherpen
e) Het werkstuk werd niet vastgeklemd – zorg ervoor dat het werkstuk
vastzit.
7. De microvoeding werkt niet zacht en volt genoeg.
a) De koppeling is gelost – span deze opnieuw aan
b) De wormwielen en wormas zijn uitgesleten – ze zijn aan vervanging toe
c) De handwielschroef is los geraakt – zorg ervoor ze op te spannen
8. Geen precisie in de uitvoering
a) Uit balans door zwaar werkstuk – neem steeds de balans in acht terwijl u
het werkstuk tegenhoudt.
b) Overdadig hamergebruik op het werkstuk – het is verboden met een hamer
op het werkstuk te slaan
c) Tafel staat niet precies horizontaal – kijk de tafel na een lange rustperiode
na of zij nog wel horizontaal staat en doe dit regelmatig.
www.contimac.be
11