Apps en functies
Het voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de fotostand en camera die wordt gebruikt.
•
Er wordt misschien niet goed scherpgesteld als het onderwerp dichtbij is. Maak foto's of video's
•
van een goede afstand.
Als de foto's die u maakt onscherp lijken, maakt u de cameralens schoon en probeert u het
•
opnieuw.
Zorg dat de lens niet beschadigd of vuil is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in
•
bepaalde standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
De camera van uw apparaat is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine vervorming
•
optreden in groothoekfoto's of -video's, wat niet duidt op prestatieproblemen van het apparaat.
De maximale capaciteit voor het opnemen van een video kan verschillen afhankelijk van de
•
resolutie.
Als het apparaat wordt blootgesteld aan plotselinge verschillen in de luchttemperatuur, kan
•
zich condens vormen op de camera, vanwege het temperatuurverschil dat ontstaat tussen de
buitenkant en de binnenkant van de camerabehuizing. Probeer dergelijke omstandigheden te
voorkomen wanneer u de camera gebruikt. Als er condens wordt gevormd, moet u de camera op
natuurlijke wijze laten drogen bij kamertemperatuur voordat u foto's maakt of video's opneemt,
anders kunnen de resultaten wazig lijken.
Zoomfuncties gebruiken
Selecteer 1x/2x, of sleep omhoog of omlaag om in of uit te zoomen. U kunt ook twee vingers spreiden op
het scherm om in te zoomen en samenknijpen om uit te zoomen.
1x: standaardfoto's maken of gewone video's opnemen.
•
2x: foto's maken of video's opnemen door het onderwerp te vergroten.
•
Zoomfuncties zijn alleen beschikbaar wanneer de camera aan de achterzijde wordt gebruikt.
44