3
Gebruik
3.1
Transport en opslag
3.2
Stelaandrijvingen monteren
Montagestappen
Stelaandrijving 24 V
Let bij transport en opslag op het volgende:
Harde stoten en trillingen vermijden.
n
De componenten schoon en droog bewaren.
n
De componenten pas vlak voordat ze worden gebruikt uit de verpak‐
n
king halen.
Montagevoorbereiding
Benodigde onderdelen
Stelaandrijvingen – Aantal overeenkomstig de te regelen verwar‐
n
mingsgroepen.
▶
Stelaandrijving met aansluitkabel naar achteren op het ventielli‐
chaam plaatsen en aansluitschroefkoppeling met de hand vast‐
trekken.
VOORZICHTIG!
Beschadiging van de stelaandrijving
Door te stevig vastdraaien van de aansluitschroefkoppe‐
ling kan de stelaandrijving worden beschadigd.
Aansluitschroefkoppeling slechts handvast vast‐
n
draaien. Gebruik geen tang.
Gebruik
7