Inhoudsopgave
Advertenties
3
Gebruik
3.1
Montage-informatie
3.1.1
Belangrijke aanwijzingen
Montage bij geringe vloerdiktes
Aanwijzingen voor het gebruik van vloeropbouwplaten
Advantix-badkamerafvoer R 120
Voor de montage:
Controleer of de afvoercapaciteit van de geselecteerde afvoer vol‐
n
doende is voor de optredende waterhoeveelheid
"Afvoercapaciteit" op pagina 7.
Controleer of de inbouwhoogte van de afvoer bij de hoogte van de
n
geplande vloeropbouw past.
Zorg ervoor dat de benodigde aansluitleiding met de noodzakelijke
n
helling tot de geplande inbouwplaats werd geïnstalleerd.
Zet evt. noodzakelijke toebehoren klaar
n
toebehoren" op pagina 14.
Voor de montage in vloeruitsparing een mantelbuis van kunststof
n
⌀ 200 mm klaarzetten.
Tijdens de montage:
Neem de inbouwmaten in acht.
n
Beslis of er een terugstroomafdichting in het insteekgedeelte van het
n
opzetstuk nodig is.
De brandwerende afvoer kan door kernboringen in vloeren van minstens
100 mm dikte worden geplaatst wanneer de totale vloerdikte inclusief
samengestelde afwerkvloer of vloeropbouwplaten minstens 150 mm
bedraagt.
Geringere vloerdiktes kunnen op een dikte van 150 mm worden
gebracht doordat ze met mortel worden verhoogd of met niet brandbare
vloeropbouwplaten (bijv. van calcium-silicaat) worden versterkt.
De montage is toegestaan op of onder de vloer. De bevestiging moet
n
met doorlopende draadstangen ≥ M8 worden uitgevoerd.
Wanneer er vloeropbouwplaten of betonsokkels gebruikt moeten
n
worden, om de gewenste brandwerendheidsklasse te bereiken,
moeten ze minstens 100 mm rondom de kernboring en 30 mm dik
worden gelegd.
Gebruik
Ä Hoofdstuk 2.3.3
Ä Hoofdstuk 2.6 "Vereiste
16
Advertenties
Inhoudsopgave
