•.
Overklokken:
*.
*.
Overklokken kan resulteren in een knipperend beeld. Verminder dergelijke
effecten door de DisplayPort-kabel los te koppelen. Open vervolgens het
OSD-menu van de monitor en probeer het opnieuw met een veiligere Maximale
vernieuwingsfrequentie.
•.
OverDrive: Verbetert de responstijd van het grijsniveau van het lcd-
scherm.
Deze functie is niet beschikbaar als ELMB.SYNC is ingeschakeld.
•.
Adaptive-Sync.(DP)/Variable.Refresh.Rate:.hiermee kan een
grafische bron die beschikt over ondersteuning voor Adaptive-Sync*
de vernieuwingsfrequentie dyamische aanpassen op grond van de
typische beeldsnelheden voor een energiezuinige, nagenoeg schokvrije
beeldvernieuwing met weinig wachttijd.
•.
•
•.
ELMB.SYNC: hiermee kunt u de functie inschakelen als Adaptive-Sync.
(DP)/Variable.Refresh.Rate is ingeschakeld. Deze functie elimineert
tearing, ghosting en bewegingsonscherpte als u games speelt.
Als Adaptive-Sync.(DP)/Variable.Refresh.Rate is uitgeschakeld, kan deze
functie uitsluitend worden geactiveerd als de vernieuwingsfrequentie 120 Hz,
144 Hz, 240 Hz of 280 Hz is.
•.
GamePlus: Zie 1.3.3.GamePlus-functie voor details.
•.
GameVisual: Zie 1.3.4.Functie.GameVisual voor details.
•.
Shadow.Boost: Versterking van donkere kleuren past de gammacurve
van het beeldscherm aan om de donkere tinten van een beeld te verrijken
zodat donkere scènes en voorwerpen beter zichtbaar worden.
Deze functie is alleen beschikbaar in de Racemodus, RTS/RPG-modus, FPS-
modus, sRGB-modus en Gebruiker.
3-2
AAN: Met deze functie kunt u de vernieuwingsfrequentie
aanpassen.
Max.vernieuwingsfrequentie: Hiermee kunt u een maximale
vernieuwingsfrequentie van 280 Hz instellen (alleen voor
DisplayPort-invoer). Als dit is geselecteerd, drukt u op de knop
(
) om de instelling te activeren.
Adaptive-Sync.(DP)/Variable.Refresh.Rate kan alleen worden
geactiveerd binnen het bereik 48 Hz ~ 240 Hz voor HDMI en 48 Hz ~ 280
Hz voor DisplayPort.
Neem contact op met de fabrikanten van GPU's voor informatie
over ondersteunde GPU's, het minimale pc-systeem en benodigde
stuurprogramma's.
Hoofdstuk 3: Algemene instructies