Handleiding TT3306 - Lekdetector voor Brandbaar Gas
• Voer het te controleren gebied in. Let goed op de gasniveau-indicatoren (zie Tabel
1). Naarmate de gasniveaus stijgen, zullen meer rode lampjes gaan branden en zal
de frequentie van het geluidssignaal en het trilalarm toenemen. Zie tabel 1 voor
informatie over de methaanconcentratieniveaus en de feedback van de gasdetector.
• Wanneer de gasdetector wordt ingeschakeld, staat hij in de laatste gevoeligheidsstand.
In de lage gevoeligheidsstand is de laagste methaanconcentratie die wordt
gedetecteerd 100ppm. Zet de gevoeligheid in de hoge stand door op de knop voor
hoge gevoeligheid (H) te drukken. Dit wordt aangegeven door het gele lampje
rechtsonder op het display. In de hoge gevoeligheidsinstelling is de gasdetector tien
keer gevoeliger, waarbij de laagste methaanconcentratie wordt gedetecteerd bij 40
ppm. De gevoeligheid kan op elk moment worden gewijzigd door op de knoppen Hoge
gevoeligheid (H) of Lage gevoeligheid (L) te drukken.
Gebruik bij het opsporen van een lek de gasdetector om omgevingen met een lagere
gasconcentratie te vinden en volg deze terug naar de bron. In een leidingsysteem, gelieve
te stoppen bij de verbindingen om de gasniveaus te controleren.
Wanneer de gasdetectie voltooid is, schakelt u de gasdetectie uit door op de AAN/UIT-
knop te drukken.
Tabel 1 – Gasdetectie feedback voor methaan concentratie niveaus
Lage
Hoge
gevoeligheid
gevoeligheid
L1
Wit licht AAN
Geel licht AAN
=0ppm
=0ppm
OFF
1...100ppm
1...1000ppm
ON
100...400ppm
1000...4000ppm
ON
400...700ppm
4000...700ppm
ON
700...1000ppm
7000...10000ppm
ON
≥1000ppm
≥10000ppm
ON
De gasconcentratieniveaus kunnen verschillen naargelang het specifieke gas dat wordt
gedetecteerd.
12
Niveau verlichting
Hoorbare
alarm
L2
L3
L4
L5
pieptoon
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
1cyc/sec
ON
OFF
OFF
OFF
1,2cyc/sec
ON
ON
OFF
OFF
1,65cyc/sec
ON
ON
ON
OFF
3,25cyc/sec
ON
ON
ON
ON
6,25cyc/sec
Handleiding TT3306 - Lekdetector voor Brandbaar Gas
7-2. Bevriezing metingen op het scherm (Hold)
Druk de Hold-knop in en laat hem los om hem in of uit te schakelen. Wanneer Hold
is ingeschakeld, wordt de meting bevroren en stoppen het witte en gele lampje met
knipperen en branden. Wanneer Hold is uitgeschakeld, loopt de meting en knipperen het
witte en gele lampje.
7-3. Automatische nulinstelling
Druk kort op de knop Auto Zero om deze in of uit te schakelen. Wanneer Auto Zero is
ingeschakeld, brandt het blauwe lampje onder de Auto Zero-toets. Inschakelen van Auto
Zero kan het nulpunt van de sensor snel aanpassen, de gevoeligheid verbeteren en de
interferentie van onbekende gassen verminderen.
7-4. Auto Power Off
Druk op en laat de Auto Power Off knop los om in of uit te schakelen. Wanneer Auto Zero
is ingeschakeld, brandt het blauwe lampje onder de Auto Zero knop. Als de gasdetector
langer dan tien minuten zonder activiteit aanstaat en de automatische uitschakeling is
ingeschakeld, wordt hij automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
13