• WiLab detecteert automatisch de aangesloten sensor(en) en toont de
sensoriconen van de geïdentificeerde sensoren op het WiLab-scherm. Sensoren
die niet automatisch worden geïdentificeerd moeten handmatig worden
geselecteerd in de Coach Sensor Bibliotheek.
• De meting wordt uitgevoerd volgens de opgegeven meetinstellingen.
• Klik op
om deze instellingen te controleren: meettype, meettijd,
meetfrequentie, bemonsteringsfrequentie en aantal verzamelde monsters. Pas
deze instellingen zo nodig aan.
• Volg de instructies in de Coach Activiteit of start de Coach Activiteit Meting
direct door op
• In de meeste gevallen start Coach automatisch de meting.
- Als triggering is ingeschakeld wordt de meting automatisch gestart
wanneer aan de triggervoorwaarden is voldaan.
Als er met hoge meetfrequentie (>10 kHz of twee ingangen >5kHz)
wordt gemeten, dan verwacht WiLab dat binnen 10 s aan de
triggervoorwaarde wordt voldaan. Duurt het langer dan stopt de meting
automatisch.
- Als het type meting op handmatig staat dan is de Handmatige meetknop
zichtbaar in het knoppenmenu.
meting te verzamelen. Wanneer de toetsenbordinvoer(en) is
opgegeven, moet de waarde van één of meer hoeveelheden worden
ingevoerd.
De meting wordt gestopt wanneer de opgegeven meettijd (tijdgerelateerde) of
het opgegeven aantal monsters (handmatig) is bereikt.
• Als u het meetproces wilt onderbreken, klikt u op de rode Stop
druk op <Esc>.
• Sla uw resultaat op in een bestand via het menu Bestand opties Opslaan of
Opslaan als.......
te klikken.
Klik op deze knop om één enkele
WiLab Gebruikershandleiding | 17
knop of