GEBRUIKERSHANDLEIDING
Rechts op de voorzijde van het toestel bevinden zich de knoppen waarmee het
toestel kan worden bediend.
Temperatuur regelen
De stand van de thermostaatknop D bepaalt de temperatuur in de kamer. Stand
6 (met 6 tegenover het indicatiepunt C) geeft de hoogste temperatuur en stand
1 de laagste.
Als het vlammetje van knop D tegenover C gedraaid wordt gaat de
hoofdbrander niet meer aan.
De thermostaat regelt modulerend tussen "volstand" en "kleinstand" van de
brander en bij een kleine warmtebehoefte tussen "kleinstand" en "uit".
De thermostaat houdt de kamer automatisch op de gewenste ingestelde
temperatuur.
Het is geen enkel bezwaar om het toestel 's nachts te laten doorbranden; het is
volledig beveiligd.
Uitschakelen
Druktoets B (met symbool • ) indrukken. De gastoevoer naar de hoofd- en de
waakvlambrander is dan gesloten.
Aansteken
De druktoets A (symbool
ingedrukt houden.
Daarna tevens de ontsteektoets E (symbool
één of twee maal indrukken waardoor de
waakvlambrander ontstoken wordt.
Controleer of de waakvlam brandt. (achter het
glasraampje aan de voorzijde). Indien de
waakvlam brandt, de druktoets A nog ca. 5 sec.
geheel ingedrukt houden.
Daarna toets A loslaten en controleren of de
waakvlam blijft branden.
Afhankelijk van de stand van de thermostaatknop
D en de kamertemperatuur kan de hoofdbrander
onmiddellijk na het loslaten van toets A door de
waakvlam ontstoken worden.
6
) indrukken en
)