10.1. Punten selecteren/verwijderen
Met de functie Punten selecteren/verwijderen kunnen gegevensbereik of losse
punten geselecteerd worden voor verwijdering of behoud.
Punten selecteren/verwijderen:
Kies Analyse/Verwerking > Punten
selecteren/verwijderen.
Selecteer linksboven de grootheid
waarvoor u de selectie wilt uitvoeren.
Selecteer in het volgende rolmenu de
selectiemethode.
Voor de Gebied-methode: selecteer
het gebied door de grenslijnen te
verslepen of de grenswaarden in de
Begin en Einde velden in te typen.
Voor de Punten-methode: selecteer
punten door een punt op de grafiek
aan te tikken of door de kleine picogrammen te gebruiken:
deselecteer alles,
Het laatste pictogram
in plaats van een punt aan te tikken na het selecteren van het gewenste punt
met de <Navigatie> knop.
Tik
om te bevestigen of
Selecteer in het volgende scherm Selectie behouden of Selectie wissen en
bevestig met
10.2. Benadering
De functie Benadering wordt gebruikt om
een benaderde kromme die ruwweg door
een aantal meetpunten gaat te maken. De
benaderde grafiek kan uit (veel) meer
punten bestaan dan de originele en deze
kan vervolgens verder bewerkt worden.
Een benadering uitvoeren
Kies Analyse/Verwerking >
Benadering.
Selecteer linksboven de grafiek
waarmee u de benadering wilt
uitvoeren.
Selecteer in het volgende rolmenu de benaderingsmethode.
selecteer even metingen,
selecteer/deselecteer een punt, kan gebruikt worden
om het venster zonder aanpassingen te sluiten.
.
Scherm om punten te selecteren/verwijderen.
selecteer oneven metingen.
Het venster voor de functie benadering.
ML01 MoLab Gebruikershandleiding | 23
selecteer alles,