3. Installatie
Locatie
•
Plaats de machine op een vaste, horizontale, droge ondergrond, waar geen stof en dergelijke door de rooster
achteraan kan doordringen.
•
Zorg ervoor dat er voor en achter de machine een vrije ruimte van tenminste 20 cm voorzien is, zodat de
koellucht vrij kan circuleren.
•
Bescherm de machine tegen sterke regen en in warme omstandigheden tegen rechtstreeks zonlicht. Zorg
ervoor dat de koellucht vrij kan circuleren.
•
De beschermingsklasse van de machine IP 23 laat toe dat een waterstraal in een hoek van 60 de buitenste
ommanteling van de machine raakt.
Netaansluiting
De stroombron is voorzien van een 4 aderig netkabel van 4 meter zonder stekker. Aan de netkabel dient een
goedgekeurde stekker te worden gemonteerd.
Het aansluiten en eventueel vervangen van de netkabel en de stekker mag enkel worden uitgevoerd door een
bevoegde elektriciteitsfirma of een degelijk opgeleide elektricien.
Aansluitingen
Voor het aansluiten van de verschillende onderdelen dient u de volgende handelingen als hieronder beschreven staan
uit te voeren.
•
Sluit een van de negatieve aansluitingen, welke zich bevinden aan de rechter onderzijde van de machine, aan
op het werkstuk door middel van een laskabel met aardklem. Bevestig de aardklem zorgvuldig, bij voorkeur
rechtstreeks op het werkstuk. Het contactoppervlak van de klem moet altijd zo groot en stabiel mogelijk zijn.
Verwijder roest en verf van het contactoppervlak van de aardklem.
•
Plaats het gas cilinder achter op de drager van de machine en vergrendel de cilinder met de respectievelijke
ketting.
•
Monteer het reduceerventiel op de cilinder.
•
Sluit de gasslang, op de tule van de reduceerventiel/drukregelaar aan.
•
Sluit het laspistool aan op de centraal aansluiting.
•
Plaats de draadhaspel op de draad rolhouder. Ontgrendel de drukrollen van de draadaanvoer eenheid en
voer hierna de lasdraad in via de inganggeleider en de draadrollen tot in de centraal aansluiting. Sluit de
drukrol en zorg ervoor dat de lasdraad in de groef van de draadrol valt. Gebruik uitsluitend een draadrol die
overeenkomt met de diameter en het gebruikte soort lasdraad. Stel de druk op de draad in door middel van
het verdraaien van de daarvoor bestemde knop. De druk hangt af van het type en de diameter van de
gebruikte lasdraad en dient zo te zijn ingesteld dat als u de lasdraad met de hand probeert
houden de draadrol begint
•
Sluit de machine aan op het voedingsnet met behulp van de netstekker. MIG WK 450: draai de
hoofdschakelaar in stand 1, MIG 350 S of MIG 350 C: draai de hoofdschakelaar (1-0-2) in stand 1
respectievelijk 2. De machine altijd aan en uitschakelen met de hoofdschakelaar. Gebruik nooit de
netstekker om de installatie aan en uit te schakelen.
•
Druk de knop op de handgreep van het laspistool in en laat de knop los als de lasdraad circa 4 cm uit de
toorts steekt.
•
Monteer de contacttip met de juiste boring en het gas mondstuk. Een lasspray kan worden gebruikt om de
contacttip en het gas mondstuk te beschermen tegen het aanhechten van lasspatten.
Als alle bovenstaande stappen zijn doorlopen is de machine klaar voor gebruik.
te slippen.
6
tegen te