OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
OPMERKING
Een drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) met een
openingsdruk van maximum 10 bar (=1 MPa) moet worden
geïnstalleerd op de aansluiting van de koudtapwaterinlaat
conform de geldende wetgeving.
Elektrische installatie (zie
"6 Elektrische
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Zorg dat de elektrische bedrading de koelmiddelgasleiding,
die erg heet kan zijn, NIET raakt.
a Koelmiddelgasleiding
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
OPMERKING
Snijd of verwijder de stroomtoevoerkabel van de back-
upverwarming NIET.
VOORZICHTIG
Om zeker te zijn dat de unit volledig geaard is, verbind
steeds de elektrische voeding van de back-upverwarming
en de aardingskabel.
WAARSCHUWING
De back-upverwarming MOET een speciale voeding
hebben
en
MOET
beveiligingsinrichtingen
wetgeving.
OPMERKING
De bedrading voor een NC afsluiter (normaal gesloten)
verschilt van deze voor een NO afsluiter (normaal open).
OPMERKING
Selecteer en installeer de veiligheidsthermostaat volgens
de geldende wetgeving.
Om onnodig inschakelen van de veiligheidsthermostaat te
vermijden, adviseren we het volgende:
▪ De veiligheidsthermostaat is automatisch opnieuw
instelbaar.
▪ De
veiligheidsthermostaat
temperatuurvariatiebereik van 2°C/min.
▪ Er is een minimale afstand van 2 m tussen de
veiligheidsthermostaat en de 3-wegsklep.
EHVZ04+08S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629092-1A – 2020.08
2 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur
installatie" [ 4 13])
a
meeraderige
kabel
als
beschermd
worden
door
de
vereist
door
de
geldende
heeft
een
maximaal
OPMERKING
Een veiligheidsthermostaat MOET geïnstalleerd worden in
de hoofdzone om te hoge watertemperaturen in deze zone
te voorkomen. De veiligheidsthermostaat is meestal een
thermostatisch geregelde klep met een normaal gesloten
contact. Wanneer de watertemperatuur in de hoofdzone te
hoog
is,
zal
het
gebruikersinterface een 8H-02 fout weer. ALLEEN de
hoofdpomp stopt.
Configuratie (zie "7 Configuratie" [ 4 24])
OPMERKING
Dit hoofdstuk beschrijft de basisconfiguratie. Voor een
meer gedetailleerde uitleg en achtergrondinformatie, zie de
uitgebreide handleiding voor de installateur.
OPMERKING
Er kan een overdrukomloopklep in het systeem worden
geïntegreerd. Denk erom dat deze klep mogelijk niet op de
afbeeldingen wordt getoond.
OPMERKING
Het systeem NIET op de volgende manier configureren,
kan schade aan de warmteafgevers veroorzaken. Als er 2
zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪ de zone met de laagste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als de primaire zone, en
▪ de zone met de hoogste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als secundaire zone.
OPMERKING
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
OPMERKING
Gemiddelde
aanvoerwatertemperatuur - (Delta T)/2
Dit betekent dat bij een zelfde instelpunt van de
aanvoerwatertemperatuur
afgevertemperatuur van de radiatoren lager is dan die van
de vloerverwarming, vanwege een grotere delta T.
Voorbeeld radiatoren: 40–10/2=35°C
Voorbeeld vloerverwarming: 40–5/2=37,5°C
Om te compenseren, kunt u:
▪ De weersafhankelijke curve gewenste temperaturen
verhogen [2.5].
▪ Modulatie
van
inschakelen en de maximale modulatie verhogen [2.C].
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. Vorstbescherming kamer is echter alleen
mogelijk
wanneer
koeling=Aan.
contact
openen
en
geeft
afgevertemperatuur
de
gemiddelde
de
aanvoerwatertemperatuur
[C.2]
Ruimteverwarming/-
Installatiehandleiding
de
=
5