• Als de analoge tijd om bepaalde redenen niet gelijk is aan de digitale
tijd, gebruik dan de bediening bij "De analoge tijd aanpassen" om de
analoge tijd aan te passen aan de digitale tijd.
• Als u zowel de analoge als de digitale tijd dient aan te passen, wijzig
dan eerst de digitale tijd.
• Afhankelijk van hoeveel de wijzers verplaats moeten worden om zich
aan de digitale tijd aan te passen, kan het even duren voordat de
wijzers stil blijven staan.
De analoge tijd aanpassen
1. In de tijdfunctie, druk vijf keer op C om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd A ingedrukt totdat de huidige digitale tijd op
de onderste wijzerplaat begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
3. Gebruik D en B om de analoge instelling zoals hieronder beschreven te
wijzigen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• De minutenwijzers zal zich overeenkomstig de secondetelling
enigszins aanpassen als u het instelscherm verlaat.
• Om terug te keren naar de tijdfunctie, druk op C.
REFERENTIE
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de
bediening van het horloge. Het bevat ook belangrijk
voorzorgsmaatregelen en noten over de verschillende kenmerken en
functies van dit horloge.
Energiespaarfunctie
Indien ingeschakeld, zet de energiespaarfunctie het
horloge automatisch in een slaapstand als het
gedurende een bepaalde tijd op een donkere plek
wordt bewaard. De tabel hieronder toont hoe de
functies van het horloge worden beïnvloed door de
energiespaarfunctie.
• Als u het horloge aan de binnenzijde van uw mouw of kleding draagt,
kan de slaapstand worden geactiveerd.
• Het horloge zal tussen 6:00 AM en 10:59 PM niet naar de slaapstand
gaan. Als het horloge al in de slaapstand is als de tijd 6 uur 's ochtends
bereikt, zal deze in de slaapstand blijven.
Van de slaapstand herstellen
Voer een van de volgende bedieningen uit.
• Ga met het horloge naar een goed verlichte plek.
• Druk op een willekeurige knop.
• Draai het horloge naar uw gezicht om deze af te lezen.
De energiespaarstand in- en uitschakelen
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat de
stadscode op de onderste wijzerplaat begint
te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
2. Druk 9 keer op C totdat het spaarstand-aan/uit-scherm verschijnt.
3. Druk op D om de energiespaarstand in (ON) of uit (OFF) te schakelen.
4. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• De energiespaarstand-indicator (
bovenste wijzerplaat getoond terwijl de spaarstand is ingeschakeld.
Automatische terugkeerfuncties
• Als u in de alarmfunctie of wijzers-instelfunctie gedurende twee of
drie minuten geen knop indrukt, gaat het horloge automatisch naar de
tijdfunctie.
• Als u gedurende twee tot drie minuten cijfers op het scherm laat
knipperen zonder een bediening uit te voeren, verlaat het horloge
automatisch het instelscherm.
Bladeren
De knoppen B en D worden in verschillende functies en instelschermen
gebruikt om door gegevens op het display te bladeren. In de meeste
gevallen bladert u met hoge snelheid door de gegevens als u deze
knoppen gedurende een bladerbediening ingedrukt houdt.
Initiële schermen
Als u de wereldtijd- of alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de
gegevens die u bekeek toen u de functie de laatste keer verliet.
Radio-gecontroleerde-tijdfunctie voorzorgsmaatregelen
• Sterke elektrostatische lading kan resulteren in een verkeerd ingestelde
tijd.
• Zelfs als het horloge binnen het ontvangstbereik is, is de
signaalontvangst onmogelijk als het signaal geblokkeerd wordt door
bergen of andere geologische formaties tussen het horloge en de
signaalbron.
• Signaalontvangst wordt beïnvloed door het weer, atmosferische
omstandigheden en seizoensinvloeden.
• Het tijdkalibratiesignaal wordt teruggekaatst in de ionosfeer. Derhalve
kan, door factoren zoals veranderingen in de reflectie van de ionosfeer
en beweging van de ionosfeer naar hogere hoogtes dankzij
seizoensinvloeden of de tijd op de dag, de signaalontvangst veranderen
en tijdelijk onmogelijk zijn.
• Zelfs als het tijdkalibratiesignaal goed is ontvangen, kunnen bepaalde
omstandigheden ertoe leiden dat de tijdinstelling een seconde kan
afwijken.
• De huidige tijdinstelling in overeenstemming met het tijdkalibratiesig-
naal heeft prioriteit ten opzichte van elke zelf gemaakte tijdinstelling.
• Het horloge is ontworpen om automatisch de datum en dag van de
week in de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december 2099 aan te
passen. Datuminstelling door het tijdkalibratiesignaal kan niet worden
uitgevoerd vanaf 1 januari 2100.
• Dit horloge kan signalen ontvangen die onderscheid maken tussen
schrikkeljaren en overige jaren.
• Alhoewel het horloge is ontwikkeld om zowel tijdgegevens (uur,
minuten, seconden) en datumgegevens (jaar, maand, dag) te
ontvangen, kunnen bepaalde omstandigheden ertoe leiden dat alleen
tijdgegevens worden ontvangen.
• Normaliter is de bij het laatste-signaal-scherm getoonde
signaalontvangstdatum de tijdens het tijdkalibratiesignaal ontvangen
datum. Als echter uitsluitend tijdgegevens zijn ontvangen, wordt op het
laatste-signaal-scherm de tijdfunctiedatum getoond ten tijde van de
signaalontvangst.
• Als u zich in een gebied bevindt waar een goede tijdkalibratie-
signaalontvangst onmogelijk is, geeft het horloge de tijd weer met een
nauwkeurigheid van ± 15 seconden bij een normale temperatuur.
• Als u problemen ondervindt bij een goede tijdkalibratie-
signaalontvangst of als de tijdinstelling niet juist is na een
signaalontvangst, controleer dan de instellingen van de huidige
stadscode, zomertijd en automatische ontvangst. Het volgende
overzicht toont de fabrieksmatige instellingen.
3360/3361-7
) wordt in alle functies op de