Programma-onderdeel
"Thermische zonneenergie"
1.
Stel in de systeeminstelling "Solarregeling" in op
"Standaard" (of "Solar-WP").
2.
Menü totaal naar onderen scrollen. Sla uw voor-
keur op door selectie van
3.
Ga nu terug naar het navigatiescherm. Hier ver-
schijnt nu het pictogram voor de programma-on-
derdeel "Thermische zonneenergie":
20
.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83052500gNL | ait-deutschland GmbH
Instellen van de temperaturen
T-verschil in
De zonlaadpomp wordt ingeschakeld, meteen
wanneer de temperatuur in de zonnecollector de
temperatuur van de opslagruimte rond de inge-
stelde waarde overschrijdt
T-verschil uit
De zonlaadpomp wordt uitgeschakeld, meteen
wanneer onder "T-verschil uit" ingestelde tempe-
ratuur in de opslagruimte bereikt is
T-verschil max
Wanneer deze buffervattemperatuur wordt bereikt,
stopt de circulatiepomp. In het geval de collector-
beschermingsfunctie actief is, wordt deze tempe-
ratuur 5 K hoger ingesteld. Indien de daadwerkelij-
ke temperatuur in het buffervat de 95°C overstijgt,
wordt de circulatiepomp over het algemeen gede-
activeerd en – voor zover mogelijk – via de collec-
tor ontladen (bijvoorbeeld bij schaduw 's avonds of
's nachts).
T-verschil coll. max
Indien deze collectortemperatuur overschreden
wordt, treedt de collectorbescherming in werking.
Hierbij wordt via gerichte cycli geprobeerd om de
temperaturen aan de collector te verlagen, voor
zover de buffervattemperaturen dit toelaten. In dit
geval mag de verwarminsg- en warmtepompre-
gelaar het buffervat 5 K oververhitten tot de inge-
stelde 'T-verschil max'.
Temperatuurverschil in
Temperatuurverschil uit
Temperatuurverschil
opslag maximaal
Temperatuur-verschil
Collector Maximaal