6.3.4. Hogedruk- en lagedruk gedeelte
Controleer de slangen, leidingen en koppelingen op uiterlijke beschadigingen en lekkage.
Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden vervangen.
6.3.5. Spuitgereedschap
Controleer lansen en pistolen op lekkage, uiterlijke beschadigingen en haarscheuren.
Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden vervangen.
Controleer het spuitbeeld van de waterstraal, indien deze teveel uitwaait de nozzle laten vervangen.
Controleer de beschermkap- nozzle op beschadigingen en indien nodig vervangen.
Controleer de schroefdraad van de koppelingen op uiterlijke beschadigingen.
Bij beschadiging deze dadelijk laten vervangen.
6.3.6. Elektrisch gedeelte
Controleer zichtbare elektrische bedrading en componenten (o.a. schakelaars) op uiterlijk zichtbare bescha-
digingen. Indien beschadigd de betreffende delen laten vervangen.
6.3.7. Brander
Controleer of de waaieropening vrij is van vervuiling.
Leidingen en verbindingen controleren op lekkages en uiterlijke beschadigingen.
Controleer het soort brandstof en de vervuiling in de tank en reinig indien nodig de tank.
Onsteektransformator brander:
Het is van belang dat op de ontsteektransformatoren een verbruiker aangesloten is.
Het aanschakelen van de ontsteektransformator zonder dat de ontsteekpennen zijn aangesloten is niet toe-
gestaan. Wij adviseren om tijdens onderhoudswerkzaamheden zeker de verbindingen van de ontsteekka-
bels te controleren en voor het geval de brander niet zou werken, zeker niet de brander laten aan te staan.
6.3.8. Watertank
Controleer de watertank op uiterlijke beschadigingen en lekkages.
Controleer bij het vullen van de tank of het vulsysteem goed werkt.
6.3.9. Olie aftappen hogedrukpomp
Schuif een lekbak onder de aftapplug. Verwijder de aftapplug.
Laat alle olie in de lekbak lopen. Monteer de aftapplug ( met een nieuwe pakkingring ).
6.3.10. Olie vullen hogedrukpomp
Verwijder de oliepeilstok. Vul het pompcarter met olie tot het oliepeil gelijk komt met het midden van het
peilglas (type olie zie technische gegevens).
Controleer het oliepeil aan de hand aan de merkstrepen op de peilstok. Breng de peilstok weer aan.
6.3.11. Gebruikte olie afvoeren
Giet de afgetapte olie in een kan. Lever de afgetapte olie in bij uw dealer of bij een bevoegde instantie.
6.3.12. Motor
Controleer de motor op loszittende delen, lekken.
Controleer het oliepeil met de peilstok. Als het olieniveau te veel is gedaald of vervuiling van de olie wordt
geconstateerd, dient deze vervangen te worden alvorens verder te werken.
Reinigen of vervangen indien nodig.
6.3.13. Brandstoftank
Controleer op beschadiging of lekkage en bij negatieve vaststellingen de tank laten herstellen/ vervangen.
Controleer de tank regelmatig op vervuiling.
6.3.14. Aanbevolen smeermiddelen
Lombardini motor
W 5015 pomp
6.3.15. Olie aftappen reductiekast
Schuif een lekbak onder het kraantje van de reductiekast. Open het kraantje.
Laat alle olie in de lekbak lopen. Sluit het kraantje.
: 1.836.005
: 1.836.042
DiBO n.v. 23