alle andere controlelampjes UIT.
INDELING
1.
Deksel waterreservoir
2.
Verdampingselement
3.
Waterreservoir
4.
Afdichtring
5.
Veer
6.
Aandrijving
7.
Onderkant behuizing
8.
Bedieningspaneel
9.
Voet
10. Netsnoer
11. Magneet vlotter
12. Vlotterhouder
13. Vlotter
REINIGING EN ONDERHOUD
Volg onderstaande handelingen voor
het reinigen van het apparaat zorgvuldig
op. Alleen dan kunnen storingen worden
voorkomen en heeft u optimaal profijt
van uw luchtbevochtiger. Het apparaat
WERKT NIET GOED als het niet goed
wordt schoongemaakt. Bij gebruik
wordt dagelijks en wekelijks onderhoud
aanbevolen. Het regelmatig reinigen
van het waterreservoir (iedere 3 dagen)
voorkomt dat er kalkaanslag ontstaat. Het
voorkomt ook dat er micro-organismen
kunnen groeien in het reservoir. Het zorgt
ervoor dat u optimaal profijt hebt van de
luchtbevochtiger.
We kunnen niet genoeg benadrukken hoe
essentieel een goede reiniging is voor het
onderhoud en het verdere gebruik van
uw apparaat en voor het voorkomen van
algen- of bacterievorming (bijvoorbeeld
legionella).
DAGELIJKS ONDERHOUD
1. Schakel voor het reinigen het
apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact.
2. Verwijder het waterreservoir.
3. Open het deksel, vul het waterreservoir
met een klein beetje water en maak het
reservoir met een doek schoon, spoel
na met water en maak het reservoir
daarna droog met een doek.
4. Maak het verdampingselement schoon
met een klein beetje water en een
doek. Spoel na met water en droog het
verdampingselement af met een doek.
5. De onderdelen van de vlotter in het
verdampingselement kunnen verwijderd
worden om schoon te maken. Plaats ze
na het schoonmaken weer terug.
6. Als u het waterreservoir of
verdampingselement niet goed schoon
krijgt, kunt u ze voor 5-10 minuten laten
weken in een oplossing van 50% water
en 50% witte azijn. Spoel daarna het
reservoir en het verdampingselement
goed af, maak ze schoon met een doek
en droog ze af.
- 14 -