De flow instellen
1.
Kies Flow Set in het Hoofdmenu m.b.v. de NAV toetsen.
2.
Druk op de HOGER/LAGER toetsen voor het instellen van de gewenste flow; druk daarna op POWER/ENTER voor
het instellen van de gewenste flow.
Kalibratie van de flow
1.
Sluit de pomp aan op een kalibrator zoals
aangegeven in de handleiding van de kalibrator.
Een representatief monstername medium dient te
worden aangesloten op de inlaat van de pomp om
een juiste tegendruk te geven. Een kalibratie paneel
kan als vervangend medium dienen. Dit moet
ingesteld worden op een tegendruk van 4" water.
2.
Terwijl de pomp Hoofdmenu aangeeft, gebruik de
NAV toetsen om Kalibreren te selecteren; druk
daarna op de POWER/ENTER.
3.
Opmerking met betrekking tot kalibratie in het veld:
De hierboven vermelde kalibratieprocedure verbetert de nauwkeurigheid van de flowinstelling. Deze vervangt niet de
veldkalibratie zoals beschreven door OSHA en NIOSH. Zorg voor verificatie van de flow door gebruik te maken van een
primaire kalibrator vόόr iedere veldkalibratie. Veldkalibratie procedures worden vermeld in de NIOSH Manual of Analytical
Methods op www.cdc.gov/niosh en de OSHA Technical Manual op www.osha.gov.
Starten van de monstername
1.
Als de pomp Hoofdmenu aangeeft, gebruik de NAV
toetsen om Start te selecteren.
2.
Druk op de POWER/ENTER.
Opmerking: Voor de pomp start, kan deze
gedurende 7‐10 seconden in een zelf‐kalibratie
mode gaan. Dan geeft het display SCAL aan.
Data uitlezen
1.
Kies Geheugen vanuit Hoofdmenu, met behulp van de NAV toetsen.
2.
Druk op POWER/ENTER.
3.
Gebruik de NAV toetsen om een van de laatste zestien meetsessies te selecteren.
Opmerking:
De totale meettijd en het totale bemonsterde volume worden tijdens Pauze niet gewist. Stop beëindigt de monstername.
De data worden gewist bij aanvang van de volgende meetsessie. De data blijven dus bewaard tot de nieuwe meetsessie
wordt gestart. Kies Geheugen om eerder gemeten data uit te lezen. Zie hoofdstuk Data uitlezen (hierboven).
© 2011 Sensidyne, LP Gilian GilAir Plus ‐ Air Sampling Pump ‐ Verkorte handleiding
Opmerking: Het flowbereik moet in Lo (laag) staan als de flow minder is dan 449 cc/min
en in de stand Hi(hoog) voor flows vanaf 450 tot 5.000 cc/min. De flowbereik selector
bevindt zich aan de rechterzijde van het pomphuis en kan tussen Lo en Hi worden
omgeschakeld met de 2 mm inbussleutel die bij de pomp wordt meegeleverd. De positie
van deze schakelaar wordt in het midden van de onderste regel op het display
aangegeven.
4.
Het display geeft de ingestelde flow weer en de
pomp begint te lopen in de kalibratiemode.
5.
Gebruik de HOGER/LAGER toetsen om de
aangegeven flow zodanig te wijzigen dat deze
overeen komt met de aanwijzing op de kalibrator.
6.
Druk op POWER/ENTER om de kalibratie vast te
leggen.
7.
Druk op ESC om terug te keren naar Hoofdmenu.
Stoppen van de monstername
1.
Druk op POWER/ENTER.
2.
Het Pauze/Stop Menu verschijnt in de linker
bovenhoek van het display.
3.
Kies Stop en druk op POWER/ENTER om de
monstername te beëindigen.
Pagina 3