17. Swingfunctie
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Instellen van de swingfunctie
In deze functie zullen de luchtuitblaaslamellen automatisch op en neer bewegen voor een gelijkmatige
luchtstroom.
Stoppen van de verticale swingfunctie
De luchtuitblaaslamellen komen terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden verticale swingfunctie
Functie
Koelen/ontvochtigen:
Verwarmen:
Circuleren:
• De Swing-functie kan van tijd tot tijd stoppen als de ventilator uit staat of op zeer lage snelheid
draait.
18. Energiebesparende functie
Voordat de energiebesparende functie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Instellen van de energiebesparende functie
Druk op de ECONOMY toets. "ECO" verschijnt op de display van de afstandsbediening.
De unit werkt in de energiebesparende functie.
Stoppen van de energiebesparende functie
Druk nogmaals op de ECONOMY toets. "ECO" verdwijnt van de display van de afstandsbediening.
De unit werkt weer in de normale stand.
Bijzonderheden venergiebesparende functie
Het maximale vermogen ligt tijdens deze functie op ongeveer 70% van de normale koel- en verwar-
mingscapaciteit. Als de energie besparende functie wordt ingeschakeld tijdens de koelfunctie wordt
de ontvochtiging verbeterd. Deze functie is vooral handig als u de ruimte wilt ontvochtigen zonder de
temperatuur te veel te laten dalen. Tijdens de energie besparende functie verandert automatisch de
temperatuurinstelling naar de ruimtetemperatuur, om zo onnodig koelen of verwarmen te voorkomen.
• Kies de normale werking, als de ruimte in de energiebesparende functie niet voldoende wordt
gekoeld of verwarmd.
• Als de airconditioner wordt uitgezet, wordt de normale functie geselecteerd als de unit weer wordt
aangezet.
• Tijdens de monitor-periode van de AUTO-functie, schakelt de airconditioner niet over naar de
energie besparende functie, ook al wordt de knop ingedrukt.
Swingbereik
1 tot 4
1 tot 4
1 tot 4
23