3
Gebruik
3.1
Montage-informatie
3.1.1
Montageaanwijzingen
Systeemcomponenten controleren
Montagevoorwaarden
3.1.2
Benodigd gereedschap
Profipress G gaskogelkraan met SC-Contur, met testopening
Door transport en opslag kunnen systeemcomponenten evt. worden
beschadigd.
Alle onderdelen controleren.
n
Beschadigde componenten vervangen.
n
Beschadigde componenten niet repareren.
n
Vervuilde componenten mogen niet worden geïnstalleerd.
n
Let bij de montage op het volgende:
Stromingsrichting in acht nemen.
n
Model niet bedekken of schilderen.
n
Model niet in warmtezones (bijv. met hete uitlaatgassen of sterke
n
warmtestraling) installeren.
Geschikt gereedschap gebruiken.
n
Uitzonderingen, selectiecriteria en de rangschikking van de compo‐
nenten zijn beschreven in de geldende richtlijnen, zie
„Normen en regelgevingen" op pagina 5.
AANWIJZING!
Gebruik actieve en evt. passieve beschermingsmaatre‐
gelen om een gasinstallatie tegen ingrepen van onbe‐
voegden te beschermen.
Gebruik principieel actieve beschermingsmaatregelen.
Selecteer afhankelijk van de installatie passieve bescher‐
mingsmaatregelen en pas deze toe.
Het gebruik van actieve en passieve beschermingsmaat‐
regelen is geregeld in de geldende richtlijnen, zie
Ä Hoofdstuk 2.1 „Normen en regelgevingen" op pagina 5.
Voor het vervaardigen van een persverbinding is het volgende gereed‐
schap nodig:
Buissnijder of metaalzaag met fijne tanden
n
Ontbramer en gekleurde pen voor het aantekenen
n
Gebruik
Ä Hoofdstuk 2.1
13