2 INSTALLATIE.
A
Plaats de kettinggeleider
zodanig dat de bevestigingssleuven
samenvallen met de schroefdraadopeningen
aandrijving.
Eventueel de hoek van de kettinggeleider
ten opzichte van de montagestand van de aandrijving, met
behulp van de instelsleuven
Bevestig de kettinggeleider aan de aandrijving met behulp
D
van de schroeven
3-5 Nm
20
1.3.3. Kettinggeleiders (optioneel)
B
in de
A
optimaliseren
C
A
B
A
C
S
SPORT
02_OLI_00_IT_EN