3.6.2 Aansluiting van luchtkanalen
Tijdens het monteren van de luchtkanalen moet er
rekening gehouden worden met de volgende as-
pecten:
•
Monteer een geluidsdemper van minimaal 1
meter recht direct op de toevoer- en retouraan-
sluitingen. Voor advies hierover kan contact op-
genomen worden met J.E. StorkAir.
•
Monteer de aan te sluiten luchtkanalen, mini-
maal ø150 mm, met zo min mogelijk luchtweer-
stand en vrij van lekkage.
•
Bij gebruik van fl exibele kanalen uitsluitend de
kanaalsystemen van J.E. StorkAir gebruiken. Ie-
der ander fl exibele kanaal zal de basiswerking
van de balansventilatiesysteem teniet doen.
•
Wij adviseren het ventilatiesysteem te voorzien
van een motorloze wasemkap en toe- en af-
voerventielen van J.E. StorkAir.
•
Isoleer het buitenluchttoevoerkanaal en het
luchtafvoerkanaal tussen de dak-/geveldoor-
voer en de WHR dampdicht. Hiermee wordt
condensvorming aan de buitenzijde van de ka-
nalen voorkomen.
•
Installeer het luchtafvoerkanaal afwaterend
naar de WHR.
•
Het luchtafvoerkanaal moet voorzien worden
van een dubbelwandige of geïsoleerde dak-
doorvoer.
Hiermee
tussen het dakbeschot voorkomen. Het lucht-
afvoerkanaal moet verder afwaterend naar de
WHR worden geïnstalleerd.
•
Wij adviseren de toevoerkanalen vanaf de WHR
tot aan de toevoerventielen thermisch en damp-
dicht te isoleren, dit om opwarming van de
koele buitenlucht bij ingebruikzijnde bypass te
voorkomen.
Retourlucht
Toevoerlucht
WHR - Links
wordt
condensvorming
Afvoerlucht
Buitenlucht
Buitenlucht
Afvoerlucht
WHR - Rechts
3.6.3 Aansluiting van condensafvoer
WHR - LINKS
WHR - RECHTS
Toevoerlucht
Retourlucht
Systeemfuncties - 15 - NL