4. Installatiegegevens
Veiligheid en gezondheid
Reznor luchtgordijnen moeten worden geïnstal-
leerd en onderhouden volgens de geldende na-
tionale en internationale voorschriften. Ook de
eventuele plaatselijke reglementeringen moeten
in acht genomen worden.
De installatie moet door een bevoegde installa-
teur worden uitgevoerd.
Altijd eerst de elektrische voeding van het lucht-
gordijn en het regelpaneel volledig afsluiten.
Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan om
tijdens het hanteren van dit luchtgordijn per-
soonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
Controleer voorafgaand aan de installatie dat de
gasvoorzieningen, het soort gas, de druk en de
instellingen van het apparaat geschikt zijn. (Zie
hoofdstuk 3. Technische specificaties.)
Vergewis u ervan dat de constructie waarop het
toestel wordt geplaatst voldoende draagkracht
heeft om het gewicht van het toestel te dragen.
Hang het toestel op m.b.v. draadstangen en
borgmoeren of m.b.v. optionele ophangbeugels
geleverd door de fabrikant.
Maak nooit gebruik van de omkastingspanelen
om het toestel op te hangen. Het is verboden
om het toestel extra te belasten!
4.1 Montage
Reznor gasgestookte luchtgordijnen kunnen als
enkelvoudige eenheden of als meerdere, aan
elkaar bevestigde eenheden worden gemon-
teerd, zodat in uiteenlopende deurbreedten kan
worden voorzien. De minimale bevestigings-
hoogte is 1,8 meter.
Figuur 2
Spleet moet minimaal zijn
De onderkant van het
luchtgordijn komt op
gelijke hoogte met de
bovenkant van de
deuropening
(minimaal 1.8m)
4.1.1
Ophanging met behulp van draadstangen.
De gasgestookte luchtgordijnen kunnen stan-
daard worden opgehangen met behulp van
draadstangen M10 en borgmoeren.
Overtuig u ervan dat de constructie waaraan het
toestel moet worden opgehangen voldoende
draagkracht heeft om het gewicht van het toe-
stel te dragen.
Laat het toestel op de pallet staan. Indien de
bodem van het toestel niet ondersteund en afge-
schermd is, kan er beschadiging optreden.
De gasgestookte luchtgordijnen hebben 8 op-
hangpunten die allen moeten worden gebruikt.
Alle draadstangen moeten van borgmoeren zijn
voorzien. Zie figuur hieronder.
Zorg ervoor dat de draadstang niet meer kan
bewegen. Gebruik hiertoe een borgmoer die
voorzichtig wordt aangespannen teneinde de
schroefdraad niet te beschadigen.
Figuur 3a
Per toestel zijn er 8 ophangpunten -
gebruik deze allemaal ! Gebruik een
borgmoer om de draadstangen vast
te klemmen (zie detailfoto 3b hieron-
der)
Figuur 3b
6/28