Correcte aarding
Gelieve ervoor te zorgen dat het front-end-toestel geaard is. Anders zou dit kunnen leiden tot beschadiging van de chips.
Het alarminvoertype kan NO (Normaal open) of NC (Normaal gesloten) zijn.
1-16
;
C1-C8
NO1-NO8
、
、
R0+
R0-
R1+
、
、
T0-
T1+
T1-
4.1
Poort voor alarminvoer
Er zijn 16 kanalen voor alarminvoer en het invoertype kan NO of NC zijn.
Sluit de NC-poort van de alarmdetector aan op de NVS-alarminvoerpoort (ALARM).
Wanneer er externe stroom gebruikt wordt om energie te verschaffen aan het alarmtoestel, dient u ervoor te zorgen dat dezelfde
aarding als die van de NVS gebruikt wordt.
Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor meer informatie.
4.2
Poort voor alarmuitvoer
8 kanalen voor alarmuitvoer (contact normaal open). Het externe alarmtoestel moet ondersteund worden door de batterij.
Om overbelasting (die het toestel zou kunnen beschadigen) te vermijden, kunt u de onderstaande afbeeldingen raadplegen voor specifieke
relaisinformatie.
De A/B-kabel of RS485 worden gebruikt om de A/B-kabel van de PTZ-decoder aan te sluiten.
Gelieve het volgende schema te bekijken voor informatie betreffende de alarminvoermodule.
、
、
、
R1-
T0+
GND-poort
Poort relaisinvoer
Poort relaisuitvoer (NO)
Duplex RS485-poort
29