De kraan opendraaien.
1.
Steek de stekker in het stopcon-
2.
tact.
Schakel het apparaat in.
3.
Doe een liter water in het comparti-
4.
ment voor de handmatige dose-
ring.
Start het programma Afpompen.
5.
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen
Wanneer de waterafvoerslang op de
sifon is verontreinigd of het sop niet
wordt afgepompt, dan moet u deze
reinigen.
Het apparaat uitschakelen.
1.
Stekker van het apparaat van het
2.
stroomnet scheiden.
De slangklem losmaken en de wa-
3.
terafvoerslang er voorzichtig aftrek-
ken.
Er kan resterend water uitlopen.
De waterafvoerslang en de sifon-
4.
aansluiting reinigen.
Reiniging en onderhoud nl
De waterafvoerslang opsteken en
5.
de aansluitklem met de slangklem
borgen.
Zeef in de watertoevoer reini-
gen
Reinig de zeef in de watertoevoer in
geval van verstoppingen of bij een te
lage waterdruk.
Watertoevoerslang legen
Om de zeef te kunnen reinigen, leegt
u eerst de watertoevoerslang.
De waterkraan sluiten.
1.
Stel het programma Katoen in.
2.
Het programma starten en ca. 70
3.
seconden laten lopen.
Het apparaat uitschakelen.
4.
Stekker van het apparaat van het
5.
stroomnet scheiden.
57