9.
Problemen oplossen
In deze sectie worden veelvoorkomende
problemen en hun oplossing beschreven.
9.1
Algemene problemen
De TV gaat niet aan:
•
Haal de stekker uit het stopcontact,
wacht één minuut en steek de stekker
weer in het stopcontact.
•
Controleer of het netsnoer op de juiste
manier is aangesloten en of er spanning
op het stopcontact staat.
De afstandsbediening werkt niet goed:
•
Controleer of de batterijen in de
afstandsbediening correct zijn geplaatst
met de + en - polen in de juiste stand.
•
Vervang de batterijen van de
afstandsbediening als ze (bijna) leeg zijn.
•
Maak de sensorlens van de
afstandsbediening en de TV schoon.
Het TV-menu wordt weergegeven in de
verkeerde taal:
•
Zie
Sectie 6.1 Zenders automatische instellen
voor instructies over hoe u het TV-menu
in uw taal kunt weergeven.
Als u de TV in- of uitschakelt of op de
stand-bymodus zet, komt er een krakend
geluid uit de TV-kast:
•
U hoeft niets te doen. Dit krakende geluid
is normaal. Het komt doordat de TV uitzet
en krimpt bij het opwarmen en afkoelen.
Dit is niet van invloed op de prestaties van
de televisie.
U weet de code voor het ontgrendelen
van het kinderslot niet meer:
•
Voer '0711' in zoals beschreven in
Functie-instellingen aanpassen.
9.2
Beeldproblemen
De voedingsindicator brandt, maar er is
geen beeld:
•
Controleer of de antenne goed is
aangesloten.
•
Controleer of het juiste apparaat is
geselecteerd.
Er is wel geluid, maar geen beeld:
•
Controleer de beeldinstellingen. Zie
5.3 Beeldinstellingen aanpassen.
De TV-ontvangst via de antenne is slecht:
•
Controleer of de antenne correct op de TV
is aangesloten.
•
Luidsprekers, niet-geaarde audioapparaten,
neonlampen, hoge gebouwen of bergen
kunnen de beeldkwaliteit beïnvloeden.
Probeer het beeld te verbeteren door
de antenne te verplaatsen of apparaten in
de buurt van de TV verder weg te zetten.
•
Controleer of u het correcte TV-
systeem hebt ingesteld voor uw regio.
Zie Sectie 6.2 Handmatig zenders opslaan.
•
Als slechts één bepaalde zender zwak
is, probeer dan deze zender fijner af te
stemmen. Zie Sectie 6.2 Handmatig zenders
opslaan.
De beeldkwaliteit van aangesloten
apparaten is slecht:
•
Controleer of de apparaten goed zijn
aangesloten.
•
Controleer de beeldinstellingen. Zie
Sectie 5.3 Beeldinstellingen aanpassen.
Het beeld is niet gelijk aan het scherm;
het is te groot of te klein:
•
Probeer een ander beeldformaat, zoals
beschreven in Sectie 5.3. Beeldinstellingen
aanpassen.
De positie van het beeld op het scherm
klopt niet:
•
Beeldsignalen van bepaalde apparaten
sectie 5.5
passen niet goed op het scherm.
Controleer de signaaluitvoer van het
apparaat.
Sectie
NL-25