3. Draai aan de blauwe vergrendeling en verwijder de gebruikte
tonercartridge uit de beeldverwerkingseenheid.
Waarschuwing—Beschadigingsrisico: De
beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien
minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige
blootstelling aan licht kan tot problemen met de
afdrukkwaliteit leiden.
Waarschuwing—Beschadigingsrisico: Raak de trommel
van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit
van toekomstige afdruktaken verminderen.
4. Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
5. Schud de tonercartridge om de toner gelijkmatig te verdelen.
6. Druk de nieuwe tonercartridge in de beeldverwerkingseenheid
totdat deze vastklikt.
7. Plaats de beeldverwerkingseenheid.
8. Sluit de klep.
D D e e s s c c a a n n n n e e r r r r e e i i n n i i g g e e n n
1. Open de klep van de scanner.
2. Veeg met een vochtige, zachte, pluisvrije doek de volgende
gebieden schoon:
a. Glasplaatafdekking van AOD
Opmerking:
een AOD-glasplaat in plaats van een afdekking.
9
Op sommige printermodellen heeft deze locatie