5. Bediening
5.1. Algemeen.
1
Plaats de overloop pijp in de speciale zitting in de wastank ( fig 5.1)
2
Controleer of het filter correct is geplaatst ( fig 5.2, 5.3.)
Reinig filter indien nodig.
Gebruik de machine nooit zonder het filter te plaatsen
3
Sluit de deur van de afwasmachine.
4
Plaats/ controleer de speciale slangen voor de zeep en naglans in de betreffende
container en controleer of er voldoende vloeistof aanwezig is voor de dagelijkse
afwas.
5
Open de waterkraan.
6
Schakel de machine aan door te drukken op de aan/uit knop 0-1. ( zie knop 1 sectie
4)
7
Het lampje in de aan/uit knop of het lampje "machine aan" zal aangaan ( zie
controlelampje a sectie 4) De machine zal nu automatisch de wastank met water
vullen.
8
Als wastank gevuld is zal het controle lampje, indien deze aanwezig is,"wastank
gevuld" aangaan.( zie controlelampje b sectie 4). Het verwarmen van het water start
nu automatisch.
9
De wastank is op temperatuur als het controle lampje "Temperatuur in orde"
aangaat.(zie controlelampje pos e sectie 4) Bij de eerste keer vullen met vers koud
water kan dit een 20 tot 45 minuten in beslag nemen.
10 Plaats nu de korf met de te wassen afwas. Plaats de borden zoals de afbeelding
aangeeft bij fig 5..
Pagina 14 van 24
fig5.1
fig 5.2
DR51(S) Rev 3.0
fig 5.3