alta/bassa temperatura
Instelling van de distributie-unit op een HOGE/LAGE temperatuur
De distributie-unit is standaard ingesteld op een LAGE temperatuur
(vloerverwarmingssystemen). Om deze instelling te wijzigen en een
systeem met aftappunten met een hoge temperatuur te bedienen, gaat
u naar het technische menu (zie pagina 11) en stelt u de parameter t00
in op 0.
intervento limite temperatura ritorno
STANDAARD INSTELLING: regeling op basis van een vaste
instelling
(technische parameter t01 = 0)
Wanneer de verwarmingscyclus door de kamerthermostaat wordt
geactiveerd, wordt de circulatiepomp ingeschakeld en wordt de
modulerende klep geleidelijk geopend totdat de setpoint-temperatuur
is bereikt.
Na de verwarmingscyclus wordt de circulatiepomp gestopt en wordt de
modulerende klep weer gesloten. De actieve verwarmingscyclus wordt
gesignaleerd door het knipperende symbool
OPTIONELE INSTELLING: limiet retourtemperatuur primair
circuit (technische parameter t01 = 1)
Wanneer de verwarmingscyclus door de kamerthermostaat wordt
geactiveerd, wordt de circulatiepomp ingeschakeld en wordt de
modulerende klep geleidelijk geopend totdat de setpoint-temperatuur is
bereikt, als de retourtemperatuur lager is dan of gelijk is aan de ingestelde
limiet. Als deze conditie ontbreekt, wordt de aanvoertemperatuur
verlaagd (maximaal met 15 °C als de distributie-unit op een HOGE
temperatuur is ingesteld en maximaal 3 °C als hij op een LAGE
temperatuur is ingesteld) om de retour temperatuur weer onder de
limieten te brengen. Als de functie in werking treedt, verschijnt op het
display het symbool
.
Instelling aanvoertemperatuur/limiet retourtemperatuur primair
circuit
Druk voor de instelling van de aanvoertemperatuur herhaaldelijk op de
toets <SET> totdat het rood omcirkelde symbool verschijnt, druk voor
de limiet van de retourtemperatuur tot de groen omcirkelde symbolen
verschijnen. Gebruik de knop <R> om de waarde te wijzigen (*).
Het bereik van de aanvoertemperatuur is:
25–45°C
voor distributie-units op een LAGE temperatuur
45–75°C
voor distributie-units op een HOGE temperatuur
Het bereik van de limiet van de retourtemperatuur is:
15–42°C
voor distributie-units op een LAGE temperatuur
30–70°C
voor distributie-units op een HOGE temperatuur
OPTIONELE
INSTELLING:
gecompenseerde vaste instelling (technische parameter t01 = 2)
Als de functie is ingeschakeld, wordt de aanvoertemperatuur gewijzigd
(± 10 °C ten opzichte van de ingestelde setpoint als de distributie-unit
met een HOGE temperatuur is, ±3 °C als hij met een LAGE temperatuur
impostazione temperatura di
is), afhankelijk van de temperatuur die door de retoursensor is
mandata
gemeten, zodat deze constant wordt gehouden. Hierdoor worden de
werkelijke warmteopbrengst van de dekvloer en, als gevolg daarvan,
de thermische omgevingsbelasting onder controle gehouden. De
thermische reactietijd van het systeem wordt op deze wijze tot een
minimum teruggebracht.
Als de functie is ingesteld, wordt op het display het symbool
weergegeven.
OPTIONELE
INSTELLING:
(technische parameter t01 = 3)
Wanneer de functie is ingeschakeld, wordt de aanvoertemperatuur
berekend op basis van de temperatuur die door de externe sensor is
alta/bassa temperatura
gemeten, volgens de hieronder getoonde curve.
Op het display wordt het symbool
MAX
k = 2.5
k = 2.0
k = 1.5
intervento limite temperatura ritorno
k = 1.0
k = 0.5
k = 0.0
MIN
-20
-15
-10
-5
0
Buitentemperatuur (°C)
T MAX is de ingestelde setpoint
T MIN is 45 °C voor distributie-unit met HOGE temperatuur, 25 °C
voor LAGE temperatuur.
Verwarmingsfunctie
.
mandata a punto sso
mandata a punto sso
modulerende
regeling
met
limite temperatura ritorno
mandata a punto sso
limite temperatura ritorno
weersafhankelijke
regeling
compensazione
weergegeven.
limite temperatura ritorno
compensazione
k = 3.0
climatica
compensazione
climatica
5
10
15
20
25
30
climatica
mandata a punto sso
mandata a punto sso
limite temperatura ritorno
mandata a punto sso
limite temperatura ritorno
mandata a punto sso
compensazione
compensazione
limite temperatura ritorno
mandata a punto sso
limite temperatura ritorno
climatica
impostazione temperatura di
mandata a punto sso
<set>
mandata
Ora/giorno corrente
Temperature di set point
k regolazione climatica
<mode>
compensazione
climatica
ACS ON/OFF
Risc. ON/OFF
impostazione temperatura di
mandata
compensazione
limite temperatura ritorno
<prog>
Programmazione oraria
riscaldamento e funzione
"comfort"
alta/bassa temperatura
limite temperatura ritorno
climatica
impostazione temperatura di
mandata
alta/bassa temperatura
compensazione
climatica
intervento limite temperatura ritorno
compensazione
intervento limite temperatura ritorno
climatica
climatica
intervento limite temperatura ritorno
(*) als deze setpoints niet kunnen worden gewijzigd, moet in het
technische menu (zie 'toegang technisch menu' hieronder) de
parameter t07 worden ingesteld op de waarde 0. De parameter t07
= 1 'bevriest' de operationele setpoints van de distributie-unit om
onbewuste wijzigingen door de gebruiker te voorkomen.
impostazione temperatura di
mandata
impostazione temperatura di
mandata
alta/bassa temperatura
impostazione temperatura di
mandata
alta/bassa temperatura
impostazione temperatura di
mandata
intervento limite temperatura ritorno
intervento limite temperatura ritorno
alta/bassa temperatura
impostazione temperatura di
mandata
alta/bassa temperatura
impostazione temperatura di
mandata
<R>
<day/night>
+/-
Set diurno/notturno
<temp>
intervento limite temperatura ritorno
Visualizzazione
temperature
(set point ambiente +
sonde)
intervento limite temperatura ritorno
alta/bassa temperatura
<reset>
Reset errore riarmabile/funzione
scaldamassetto
alta/bassa temperatura
intervento limite temperatura ritorno
intervento limite temperatura ritorno
alta/bassa temperatura
12