4
www.aeg.com
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
•
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8
bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
•
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt,
een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden
•
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden
•
gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
•
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
•
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom
•
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
•
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.