4.
De VacuValve is een belangrijk onderdeel
van uw nieuwe spuitapparaat. Deze wordt
gebruikt om de lucht uit de FlexLiner te
verwijderen.
5.
Open de dop van de VacuValve. Kantel het
spuitapparaat, zodat de VacuValve het
hoogste punt is. Hierdoor stijgt alle lucht in de
FlexLiner op naar de VacuValve. Knijp
voorzichtig in de FlexLiner om alle lucht
te verwijderen via het luchtgat van de
VacuValve. Zodra u ziet dat het materiaal
het reservoir van de VacuValve binnengaat,
moet alle lucht uit de FlexLiner zijn
verdwenen.
6.
Stop met knijpen in de FlexLiner en sluit de dop
van de VacuValve. U hoort een klik als de dop
goed gesloten is.
ti29723a
3A4943D
7.
Plaats de accu in het spuitapparaat.
8.
Draai de knop voor 'pomp vullen/spuiten' naar
de stand 'pomp vullen'. Draai de spuittip om
de positie te ontstoppen. Om het
spuitapparaat te vullen met vloeistof, richt u
het in een afvalbak en knijpt u de trekker
3 tot 10 seconden in.
ti29721a
ti30557a
9.
Tijdens het vullen van de pomp kan lucht
uit de pomp in de FlexLiner gekomen zijn.
Herhaal de stappen 4 – 6 om zeker te weten
dat alle lucht is verwijderd.
10. Draai de knop voor 'pomp vullen/spuiten'
verder naar de spuitstand.
11. Controleer of de spuittip in de spuitstand
staat.
ti29722a
12. U bent nu klaar om te spuiten.
OPMERKING: Voor de beste resultaten: om de
FlexLiner van alle materiaal te ontdoen wanneer
het materiaal bijna op is, knijpt u zachtjes onder
aan de FlexLiner om het laatste materiaal eruit
te duwen.
SPUITEN
ONTSTOPPEN
SPRAY
Opstarten
ti29739a
UNCLOG
13