Diodes meten
Bereik: benadering voorspanning in
doorlaatrichting
LET OP!
Probeer niet diodes te meten als er
stroom op het circuit staat. U kunt
diodes alleen nauwkeurig testen door
deze volledig uit het circuit te
verwijderen voordat u de diode meet.
Draaiknoppositie
De diodemodus selecteren
Druk op deze knop, zodat het
diodesymbool op de lcd-display wordt
weergegeven.
Aansluiting testdraden
COM: zwarte testdraad
VΩHz – rode testdraad
1. Sluit de zwarte testdraad aan op het
gestreepte uiteinde van de diode en de rode
testdraad op het nietgestreepte uiteinde van
de diode.
2. De meetwaarde op de display moet tussen
0,3 en 0,8 V liggen.
3. Draai de aansluiting van de testdraden in 5
hierboven om.
4. De meetwaarde op de display moet OFL
(overbelasting) zijn.
OPMERKING: Als de diode in beide richtingen 0
geeft, is deze kortgesloten. Als de diode in beide
richtingen OFL geeft, is deze open.
Gelijkstroomsterkte in uA en mA
meten
Bereik: 0,00 – 400 milliampère gelijkstroom
LET OP!
Probeer niet de stroomsterkte te meten
met de testdraden parallel aan het te
testen circuit aangesloten. De testdraden
moeten in serie aan het circuit worden
aangesloten.
WAARSCHUWING!
Probeer nooit de stroomsterkte te meten
van circuits met meer dan 600 V
spanning. Dit kan verwondingen
veroorzaken en/of het instrument
beschadigen.
Draaiknopposities
Maximaal 40 uA
Maximaal 400 mA
Aansluiting testdraden
COM: zwarte testdraad
mAuA – rode testdraad
Optionele functies
Hiermee activeert u het handmatig instellen van
het bereik. 3 seconden ingedrukt houden voor
terugkeer naar automatisch instellen van het
bereik.
Hiermee activeert u de minimum/maximum-
modus. Bij deze functie is automatisch
uitschakelen niet actief. 3 seconden ingedrukt
houden voor uitschakelen.
Hiermee geeft u een waarde weer als verschil
van referentiewaarden.
Hiermee bevriest u de meting op de display tot
u nogmaals op de knop drukt.
8
Maximaal 400 uA