Instellingen vastzetten en noteren
Meetlijst maken.
Brander op min. capaciteit zetten en de instelling
controleren.
Brander meerdere keren op kleine en grote stand
zetten en daarbij de ingestelde drukken, de rook-
gaswaarden en het vlammenbeeld controleren.
4 Meetapparatuur verwijderen en aansluitflens
sluiten – bevestigingsschroeven vastdraaien.
5 Instelorganen vastzetten en verzegelen.
6 Vlamstoring opwekken, bijv. stekker van de
ionisatiepen trekken, het vlamrelais moet de
gasveiligheidsklep sluiten en storing melden.
7 In- en uitschakelprocessen een paar keer herha-
len en daarbij de branderautomaat observeren.
8 Overdrachtsrapport opstellen.
GEVAAR
Door een ongecontroleerde verandering van de in-
stelling op de brander kan de gas-lucht-verhouding
ongecontroleerd veranderen waardoor er onzekere
bedrijfstoestanden kunnen ontstaan: ontploffings-
gevaar bij CO-vorming in de branderkamer! CO is
reukloos en giftig!
Onderhoud
Aanbevolen wordt een halfjaarlijkse controle op
goede werking.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar! Uitstromende rookgassen en
branderonderdelen zijn heet.
Ionisatie- en ontstekingskabel controleren!
Ionisatiestroom meten.
▷ De ionisatiestroom moet minimaal 5 µA bedragen
en mag niet schommelen.
+ A –
Installatie spanningsvrij maken.
4 Gas- en luchttoevoer afsluiten – instellingen van
de restrictie-elementen niet veranderen.
Ontstekingselektrode en ionisatiepen
controleren
5
6
▷ Erop letten, dat de lengte van de elektrode on-
veranderd blijft.
7 Verontreiniging op elektroden of isolatoren ver-
1
8 Is de ster
▷ Voor het vervangen van de elektrode de totale
9 De nieuwe elektrode met de splitpen
0 Bougie en elektrode op de gemeten totale lengte
11
▷ Het invoegen van de elektrode in het brander-
Brander controleren
13
15
Z
16
I
▷ Als het branderelement gedemonteerd wordt,
7 Branderelement op een veilige plaats neerleggen.
▷ Al naar gelang de mate van vervuiling en slij-
NL-10
wijderen.
2
4
of de isolator
trode vervangen.
lengte L meten.
bougie
verbinden.
L instellen.
element wordt door de bougie te draaien ver-
gemakkelijkt.
14
moet de afdichting van de aansluitflens worden
vervangen.
tage: ontstekings-/ionisatie-elektrodenstaaf en
splitpen tijdens de onderhoudswerkzaamheden
wisselen – zie pagina 10 (Ontstekingselektrode
en ionisatiepen controleren).
3
4
L
beschadigd, de elek-
met de
12