GASAANSLUITING (FIG 4)
Schroef de mano-drukregelaar op de gasfles aan. (1)
Om gaslekkage te voorkomen, gebruikt u de klemmen van de accessoires doos.
PROCEDURE VAN HET MONTEREN VAN BOBIJNEN EN TOORTSEN (FIG-4)
Open het deurtje van het apparaat
• Houd rekening met de aandrijving pen (3) van de spoel houder bij het plaatsen van de draadspoel.
• Indien er niet gelast wordt zet de rem van de bobijn (4) aan. In het algemeen, niet te strak aandraaien!
De aanvoerrollen (9) zijn met dubbele groef (Ø 0,8 / Ø 1 ; Ø 1 / Ø 1,2 ). De indicatie die u op de aanvoerrol kunt lezen
is degene die wordt gebruikt. Voor 0,8 draad, gebruik een 0,8 groef.
• Voor de eerste inbedrijfstelling:
- Draai de bevestigingsschroef van draadafvoer los (5-8)
- Plaats de rollers
- Plaats vervolgens de draadafvoer (7) zo dicht mogelijk maar zonder contact bij de roller, daarna draai de schroeven
vast. (5-8)
• Om de wiel van de aandrukrollen (6) in te stellen: maak het los, druk op de toorts trekker om de motor op te starten,
draai de bevestigingsschroef terwijl u op de toorts trekker drukt. Vouw de draad in het mondstuk. Plaats een vinger op
de gevouwen draad zodat die niet vooruit kan komen. De instelling van de aandrukrollen is goed wanneer de rollen op
de draad glijden zelfs als de draad aan het eind van de toorts vast zit.
Instelling van aandrukrollen wiel (6): voor staal zet op 3 en voor aluminium op 2.
BEDIENINGSPANEEL (FIG 5)
Selectie van lassen modus (10)
• NORMAL (2T): standaard 2-takt lassen
• NORMAL (4T): standaard 4-takt lassen
• DELAY: «chain stitch» functie, met intermitterende punt
instelling
• SPOT: aftopping functie / spot,
Met instelling van de punt diameter
De draad snelheid instelling (11)
Draaiknop voor het instellen van de draad snelheid.
De snelheid varieert van 1 tot 15 m / min.
Instelling draaiknop SPOT/DELAY (12)
MODE «MANUAL» (FIG 5-6)
Voor het instellen van uw lasapparaat dient u volgende doen:
- Selecteer de lasspanning met behulp van de schakelaar.
Voorbeeld voor MONOGYS 200-2CS met een 0,8 draad: positie 1 voor een 0,8 mm plaat en positie 4 voor een 2 mm
plaat
• Stel de draad snelheid met de draaiknop (11).
Advies:
De aanpassing van de draadsnelheid gebeurt vaak «op geluid»: de boog moet stabiel zijn met weinig
geknetter.
Als de snelheid te laag is, zal de boog niet doorlopen.
Als de snelheid te hoog is, zal de boog knetteren en krijgt de draad neiging om de toorts af te stoten.
MODE «SYNERGIC» (FIG 5)
Dankzij deze functie is het niet nodig om de draad snelheid in te stellen.
• Zet de draad snelheid draaiknop (3) in het midden van het «Optimal synergetische» gebied
• Selecteer:
- Soort draad (1)
- Draad diameter (2)
- Het vermogen (schakelaar aan de voorkant)
Kijk naar de« mode synergic » tabel op de tegenovergestelde pagina om de juiste positie afhankelijk van de te lassen
dikte te selecteren.
20
POWERMIG 250/4
Mode Manual (13)
In de handmatige modus wordt de draadaanvoersnelheid
bepaald door de gebruiker door het aandraaien van de
draaiknop (11).
Mode Synergic (14)
Zet de draaiknop (11) in het midden van het «OPTIMAL
SYNERGIC» gebied.
In deze modus wordt de optimale draad snelheid door 3
instellingen bepaald:
• Spanning
• Draad diameter
• Soort draad
Het is mogelijk om de draadsnelheid + /- aan te passen.
NL