Download Print deze pagina

EnerSys NexSys COMpact Instructies Voor Gebruik pagina 3

Advertenties

LaDEN
Sluit de lader aan op de netvoeding.
Melding niet laden
Wanneer de lader stand-by staat, zijn de leds UIT.
Laden starten
1. Sluit de accu aan. In de standaardinstelling (AutoStart
AAN) begint het laden automatisch, druk anders op de
Start/Stop-knop.
De lader begint af te tellen (standaard gedurende 10 sec.).
Tijdens het aftellen knipperen afhankelijk van het geselecteerde
laadprofiel de gele en groene leds achter elkaar:
Groene led
NXSTND
1x knipperen
NXFAST
1x knipperen
NXBLOC
1x knipperen
2. De accu laden
Tijdens het laden brandt de gele led.
3. Laden voltooien
Wanneer het laadproces van de lader is voltooid, licht de
groene led op. Stop de lader door op de Start/Stop-knop te
drukken.
Nadat de lader is losgekoppeld van de netvoeding is de accu
gereed voor gebruik.
4. Egalisatie- en onderhoudsladingen
De start van egalisatie- en onderhoudsladingen wordt
aangegeven door een geel knipperende led.
oNTLaDEN (oPTIoNEEL)
Sommige
ladermodellen
accubewakingsfuncties doordat ze permanent op de accu zijn
aangesloten (extra bedrading nodig). De volgende opties zijn
alleen beschikbaar op deze modellen.
Beveiliging tegen diepontlading
Tijdens het ontladen wordt er automatisch een beveiliging
tegen diepontlading geactiveerd. Een laag laadniveau (SOC)
van de accu wordt aangegeven met een zoemtoon en een
geel knipperende led (zie het hoofdstuk Storingscodes).
Er zijn hulpaansluitingen beschikbaar, zie het hoofdstuk
Hulpaansluitingen.
Stroomsensor
U kunt een externe stroomsensor aansluiten op de lader om
ontlaadgegevens vast te leggen.
Na HET LaDEN
Laadgeschiedenis
De lader legt honderden laadgeschiedenissen vast. Door
de interne klok worden de cycli gedateerd. U kunt de
laadgeschiedenis downloaden:
De lader moet in de stand-bystand staan (laden uit)
Sluit een USB-stick aan op de lader
Druk gedurende 5 sec. op de Start/Stop-knop ()
De zoemer klinkt
Laat de Start/Stop-knop los
Tijdens de gegevensopslag branden zowel de groene als
de gele led
Na het doven van de leds kunt u de USB-stick verwijderen
Firmware-upgrade
Zo nodig kunt u de firmware via de USB-poort upgraden.
Ga nauwkeurig als volgt te werk:
Sluit de lader aan op de netvoeding.
De lader moet in de stand-bystand staan (laden uit)
Sluit een USB-stick aan op de lader (met de te uploaden
firmware)
Druk gedurende 5 sec. op de Start/Stop-knop () en de
Hulpknop ()
De leds beginnen te knipperen
Laat de knoppen los
Gele led
Rode led
1x knipperen
UIT
2x knipperen
UIT
3x knipperen
UIT
zijn
uitgevoerd
met
De firmware wordt automatisch geüpload (gedurende ca.
10 sec.)
Alle leds houden op met knipperen
De lader start automatisch opnieuw op (gedurende ca.
15 sec.)
Na het opstartproces kunt u de USB-stick verwijderen
Waarschuwing: het laden begint automatisch na het
opstartproces als de accu is aangesloten en AutoStart op
AAN staat.
CoNNECTIVITEIT
Bluetooth
Tijdens de Bluetooth-identificatie knipperen alle leds snel.
U activeert/deactiveert de Bluetooth-modus door gedurende
5 sec. op de Hulpknop () te drukken (of via de mobiele
app). Laat de knop los en de zoemer klinkt gedurende 2 sec.
als volgt:
activeren = onderbroken pieptoon
deactiveren = ononderbroken pieptoon
CAN-bus
Als optie kan de lader worden verbonden met een CAN-
busnetwerk voor gegevensoverdracht naar externe apparatuur
(hiervoor is een externe voedingspanning van +4,8 tot
+5,2
V
nodig).
DC
vertegenwoordiger voor nadere informatie (zie Aanbeveling
CAN-bus voor de juiste werkwijze voor installatie).
Hulpaansluitingen
Tenzij anders vermeld bieden de hulpaansluitingen de
volgende functies:
Item
RL-1
Beveiliging tegen
diepontlading
extra
(Alleen beschikbaar op modellen die permanent
op de accu aangesloten kunnen zijn).
RL-2
Aanwezigheid
netvoeding
Afhankelijk
van
belasting) is er mogelijk extra beveiliging nodig, zoals (een)
contactgever(s) en/of (een) diode(s). De contacten zijn niet
afgezekerd, zorg voor een afdoende circuitbeveiliging.
Temperatuursensor
U kunt de accutemperatuur bewaken door een externe sensor
op de lader aan te sluiten. Oververhitting wordt aangegeven
met een zoemtoon en/of een geel knipperende led (zie het
hoofdstuk Storingscodes). Breng de sensor in het midden van
de accu (tussen cellen) aan. Druk voor insteken/verwijderen
van de draad de veer op de stekker (oranje gedeelte) in.
Gebruik alleen een originele sensor.
Neem
contact
op
Functie
Beschrijving
Wanneer de ontlading van
de accu kritiek wordt, gaat
het arbeidscontact (NO) dicht
en gaat het rustcontact (NC)
open.
Wanneer de apparatuur
wordt ingeschakeld, gaat het
arbeidscontact (NO) dicht
en gaat het rustcontact (NC)
open.
Technische eigenschappen:
Max. schakelvermogen 62 VA
Max. schakelspanning 100 V
Max. schakelstroom 2 A
Druk
voor
insteken/verwijderen
de draad de veer op de stekker (oranje
gedeelte) in.
het
soort
belasting
met
uw
lokale
DC
van
(bv.
inductieve

Advertenties

loading