4. Reactie van de melder
Nadere informatie vindt u in de gebruikershandleiding van de aanwezig-
heidsmelder.
4.1 Ontvangst van een waarde/opdracht
De ontvangst van een geldige waarde of een opdracht wordt door de mel-
der bevestigd doordat de LED gedurende 2 seconden knippert.
4.2 Ontvangst van nieuwe instelwaarden
●
het contact „Licht" reageert onvertraagd op lichtsterkte (ter controle van
de lichtsterkteschakelwaarde)
●
bij te weinig lichtsterkte wordt het licht ingeschakeld (LED AAN), bij
voldoende lichtsterkte wordt het licht uitgeschakeld (LED UIT)
●
het licht wordt volautomatisch geschakeld (niet halfautomatisch)
4.3 Ter plaatse instellen van de potentiometers
Door het wijzigen van een potentiometerwaarde op de aanwezig-
heidsmelder worden alle potentiometerinstellingen overgenomen.
Alle met QuickSet plus geprogrammeerde waarden gaan verloren!
4.4 Stroomuitval
Alle actuele instelwaarden blijven behouden, onafhankelijk of deze eerder
met de afstandsbediening of rechtstreeks op het apparaat werden ingesteld.
NL
1