Beknopte installatiegids
00825-0111-4593, Rev BA
Juli 2009
S
3: S
TAP
LUIT DE BEDRADING AAN EN SCHAKEL
HET APPARAAT IN
Volg de onderstaande stappen voor het bedraden van de transmitter:
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant van het naamplaatje met daarop de aandui-
ding TERMINALS.
2. Sluit de positieve draad aan op de "+"-aansluitklem en de negatieve draad op de
"–"-aansluitklem.
Afbeelding 1. Veldbedradingsschema
Installatie van de aansluitklemmen met overspanningsbeveiliging biedt uitsluitend overspanningsbeveili-
ging als de behuizing van de 1151 correct is geaard.
3. Zorg voor een goede aarding. Het is belangrijk dat de afscherming van de
instrumentkabel:
• kort wordt afgesneden en geïsoleerd wordt tegen aanraking van de transmitterbehuizing
• wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een aansluitkast
wordt geleid
• op het voedingsuiteinde wordt verbonden met een goed aardpunt
NB
Sluit de spanningvoerende signaalbedrading niet aan op de testaansluitklemmen.
De stroom kan de testdiode in de testaansluitklem beschadigen. Voor een optimaal resultaat
dient u kabel met getwiste aders te gebruiken. Gebruik in omgevingen met sterke EMI/RFI
een contactblok voor overgangsbeveiliging of afgeschermde signaalbedrading. Gebruik een
draad van 12 tot 24 AWG, niet langer dan 1500 meter (5000 ft).
4. Dicht alle ongebruikte leidingaansluitingen af.
5. Installeer de bedrading, indien van toepassing, met een druppellus. Leg de druppellus
zodanig dat de onderkant lager dan de doorvoeraansluitingen en de transmitterbehui-
zing komt te liggen.
6. Plaats het behuizingdeksel terug.
Stroommeter
optionele
aanwijzer
Rosemount 1151
Voeding
≥
R
250
L
7