De printer onderhouden
6. Maak een doek vochtig met wat water, wring de doek grondig uit en veeg hiermee de rollen af terwijl u deze
verdraait.
7. Plaats de printer weer in de normale positie en plaats de papiercassette.
8. Sluit het netsnoer aan.
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de
spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is
geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Als de
spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
Belangrijk:
c
❏ Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏ Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
❏ Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 3 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 12 uur wachten zonder af te drukken, de printkopcontrole opnieuw uitvoeren en daarna, indien nodig, de
printkopreiniging herhalen. Het wordt aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert u Krachtige reiniging uit.
❏ Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
U kunt de printkop controleren en reinigen via het bedieningspaneel van de printer.
1. Selecteer Onderhoud op het bedieningspaneel van de printer.
2. Selecteer PrintkopControle spuitm..
3. Volg de instructies op het scherm om papier te laden en het spuitkanaaltjespatroon af te drukken.
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
109
>
De printkop controleren en re
P
. Als de