• Probeer nooit de speciale batterij zelf te verwijderen of te vervangen. Gebruik van de ver-
keerde soort batterij kan het horloge beschadigen.
• Als het niveau van de batterij naar 5 zakt en wanneer u de batterij laat vervangen, keren de
actuele tijd en alle andere instellingen naar hun standaardfabriekswaarden.
• Zet de Energiebesparingsfunctie van het horloge aan en bewaar het op een plaats waar
het normaal aan licht wordt blootgesteld wanneer u het langere tijd niet gebruikt. Dit helpt
ervoor te zorgen dat de oplaadbare batterij niet het leven geeft.
Het batterijniveau controleren
Druk in de Tijdfunctiemodus op [C] om de batterijniveau-indicator weer te geven.
Batterijniveau-indicator
• De batterijniveau-indicator toont het actuele laadniveau van de oplaadbare batterij.
Niveau
Batterijniveau-indicator Functiestatus
1
Alle functies ingeschakeld.
2
Alle functies ingeschakeld.
3
Waarschuwingssignaal, uursignaal, verlichting en ontvangst van het tijdkalibratiesignaal uitgeschakeld.
(Waarschuwingssignaal
binnenkort opladen)
4
Alle functies uitgeschakeld.
(Waarschuwingssignaal
binnenkort opladen)
5
Alle functies, inclusief de tijdfunctie, uitgeschakeld en geïnitialiseerd.
• De indicator op niveau 3 en de knipperende laadindicator (C) op niveau 4 betekenen dat het
laadniveau van de batterij zeer laag is en dat het horloge zo snel mogelijk aan fel licht moet
worden blootgesteld om op te laden.
• Op niveau 5 worden alle functies uitgeschakeld en de instellingen teruggezet op de
fabrieksinstellingen. De functies worden weer ingeschakeld nadat het laadniveau van de
batterij op niveau 4 is (dat wordt aangegeven door een knipperende laadindicator (C))
komend vanaf niveau 5. U kunt geen andere instellingen wijzigen totdat het laadniveau,
nadat het was teruggevallen naar niveau 5, van de batterij op niveau 2 is (geen laadindica-
tor).
• Als u het horloge aan direct zonlicht of een andere zeer felle lichtbron wordt blootgesteld
kan de batterijniveau-indicator korte tijd een hoger niveau aangeven dan het werkelijke
laadniveau van de batterij. De juiste batterijniveau-indicator verschijnt na enkele minuten.
• Als u de verlichting of de waarschuwingssignalen een aantal keer gedurende een korte peri-
ode gebruikt, stoppen de wijzers van het horloge. De batterijniveau-indicator geeft op dat
moment een R weer. Ook worden de volgende opties uitgeschakeld totdat het laadniveau
van de batterij zich heeft hersteld.
Verlichting
Pieptoon
Ontvangst tijdkalibratiesignaal
Na enige tijd herstelt het laadniveau van de batterij zich en worden de bovengenoemde func-
ties weer ingeschakeld.
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen
In bepaalde omstandigheden kan het horloge tijdens het opladen heet worden. Laat het hor-
loge niet op één van de hieronder beschreven plaatsen liggen wanneer de oplaadbare batte-
rij wordt opgeladen. Als het horloge erg heet wordt, kan de display van vloeibaar kristal zwart
worden. Het lcd-scherm wordt weer normaal zodra het horloge is afgekoeld.
Waarschuwing!
Als u de oplaadbare batterij van het horloge in fel licht laat opladen, kan deze erg heet
worden. Ga om brandwonden te voorkomen voorzichtig met het horloge om.
Het horloge kan met name heet worden wanneer het gedurende langere tijd wordt
blootgesteld aan de volgende omstandigheden.
• Op het dashboard van een in direct zonlicht geparkeerde auto
• Te dicht in de buurt van een gloeilamp
• In direct zonlicht
Gids voor opladen
Nadat de batterij volledig is opgeladen, blijft de tijdfunctie ingeschakeld gedurende maximaal
zes maanden.
• De onderstaande tabel laat zien hoe lang het horloge iedere dag aan licht moet worden
blootgesteld om voldoende energie op te laden voor normaal dagelijks gebruik.
Blootstellingsniveau (helderheid)
Zonlicht buitenshuis (50.000 lux)
Zonlicht door een raam (10.000 lux)
Daglicht door een raam op een bewolkte dag
(5.000 lux)
Fluorescerende verlichting binnenshuis (500 lux)
• Voor meer informatie over de gebruiksduur van de batterij en de dagelijkse gebruiksomstan-
digheden, zie de sectie "Stroomvoorziening" van de Specificaties.
• Als het horloge regelmatig wordt blootgesteld aan licht komt dit de betrouwbare werking
ervan ten goede.
Hersteltijden
De tabel hieronder laat zien hoe lang het horloge aan licht moet worden blootgesteld om het
laadniveau van de batterij met één niveau te verhogen.
Blootstellingsniveau (helderheid)
Zonlicht buitenshuis (50.000 lux)
Zonlicht door een raam (10.000 lux)
Daglicht door een raam op een bewolkte dag (5.000 lux)
Fluorescerende verlichting binnenshuis (500 lux)
• De bovengenoemde blootstellingstijden zijn alleen bedoeld ter referentie. De werkelijk
benodigde blootstellingstijden hangen af van de lichtomstandigheden.
Referentie
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over het bedienen van het
horloge. Zij bevat ook belangrijke voorzorgsmaatregelen en opmerkingen over de diverse
kenmerken en functies van dit horloge.
Energiebesparingsfunctie
De Energiebesparingsfunctie zorgt ervoor dat het horloge automatisch in de slaapstand gaat
als het voor een bepaalde periode wordt weggelegd op een donkere plek. De onderstaande
tabel laat zien hoe de functies van het horloge worden beïnvloed door de Energiebesparings-
functie.
Blootstellingstijd bij benadering
8 minuten
27 minuten
43 minuten
8 uur
Blootstellingstijd bij benadering
Niveau 5
Niveau 4
Niveau 3
Niveau 2
Niveau 1
-------->
-------->
-------->
-------->
-------->
36 uur
10 uur
2 uur
6 uur
140 uur
38 uur
9 uur
220 uur
61 uur
100 uur
---
movi ng t i me forw ar d
Periode in slaapstand Functies
3 tot 4 dagen
• Lcd uit
• Waarschuwingssignaal, uursignaal, analoge tijdfunctie en automatische ontvangst ingeschakeld
8 dagen of meer
• Lcd uit, waarschuwingssignaal en uursignaal uitgeschakeld
• Analoge tijdfunctie stopt op 12 uur
• Automatische ontvangst uitgeschakeld
• Met een leeg scherm wordt aangegeven dat het horloge in de slaapstand staat.
• Als u het horloge onder uw mouw of in uw kleding draagt, kan dit ertoe leiden dat het hor-
loge in de slaapstand gaat.
Terugkeren uit de slaapstand
Voer één van de volgende handelingen uit.
• Verplaats het horloge naar een goed verlichte plek.
• Druk op een willekeurige knop.
Energiebesparing in- en uitschakelen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de stadscode gaat knipperen; dit is het
instelscherm.
2. Druk negen keer op [C] totdat het aan-/uitscherm voor energiebesparing wordt weergege-
ven.
3. Druk op [D] om heen en weer te schakelen tussen energiebesparing aan (ON) en uit (OF).
4. Druk op [A] om het instelscherm te verlaten.
• De Energiebesparing-aan-indicator is in alle modi op de display zichtbaar wanneer de Ener-
giebesparingsfunctie is ingeschakeld.
Energiebesparing-aan-
indicator
Automatische terugkeerfuncties
• Als u het horloge twee of drie minuten in de Waarschuwingssignaalmodus of modus Hand-
matig instellen laat staan, of met de batterijniveau-indicator weergegeven gedurende twee
of drie minuten zonder een handeling te doen, keert het automatisch terug naar de Tijdfunc-
tiemodus.
• Als u het horloge twee of drie minuten laat staan met een knipperende instelling op de dis-
play zonder op een knop te drukken, keert het horloge automatisch terug naar het instel-
scherm.
Bladeren
De B- en D-knoppen worden in diverse modi en instelschermen gebruikt om door de gege-
vens op de display te bladeren. In de meeste gevallen wordt met het indrukken van deze
knoppen op hoge snelheid door de gegevens gebladerd.
Als eerste weergegeven schermen
• Wanneer u het horloge in de Wereldtijdmodus of Waarschuwingssignaalmodus zet, worden
de gegevens die u het laatst bekeek bij het verlaten van de modus als eerste getoond.
Voorzorgsmaatregelen voor radiogestuurde tijdfunctie
• Sterke elektrostatische ladingen kunnen ervoor zorgen dat de tijd verkeerd wordt ingesteld.
• Het tijdkalibratiesignaal kaatst terug van de ionosfeer. Daarom kunnen factoren zoals veran-
deringen in het reflectievermogen van de ionosfeer, alsmede bewegingen van de ionosfeer
naar hogere regionen als gevolg van seizoensgebonden atmosferische veranderingen of de
tijd van de dag, het bereik van het ontvangstsignaal wijzigen en ontvangst tijdelijk onmo-
gelijk maken.
• Zelfs als het kalibratiesignaal juist wordt ontvangen, kunnen bepaalde omstandigheden
ertoe leiden dat de tijdsinstelling maximaal een seconde afwijkt.
• De huidige tijdsinstelling overeenkomstig het tijdkalibratiesignaal heeft voorrang boven de
tijdsinstellingen die u handmatig uitvoert.
• Het horloge is zo ontworpen dat het de datum en de dag van de week automatisch bij-
werkt voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2099. Het instellen van de
datum door het tijdkalibratiesignaal kan vanaf 1 januari 2100 niet worden uitgevoerd.
• Het horloge kan signalen ontvangen die onderscheid maken tussen schrikkeljaren en
gewone jaren.
• Hoewel het horloge is ontworpen om zowel tijdgegevens (uur, minuten en seconden) als
datumgegevens (jaar, maand en dag) te ontvangen, kunnen bepaalde signaalomstandighe-
den de ontvangst beperken tot alleen tijdgegevens.
• Normaal gesproken is de signaalontvangstdatum zoals weergegeven op het scherm "Laat-
ste signaal" de datum zoals ontvangen met het tijdkalibratiesignaal. Wanneer er alleen
tijdgegevens zijn ontvangen, geeft het scherm "Laatste signaal" echter de datum zoals
opgeslagen in de Tijdfunctiemodus op het moment van signaalontvangst weer.
• Als u zich in een gebied bevindt waar geen goed tijdkalibratiesignaal kan worden ontvan-
gen, dan blijft uw horloge ingesteld op de tijd met de nauwkeurigheid zoals aangegeven in
"Specificaties".
• Als u problemen hebt met de correcte ontvangst van het tijdkalibratiesignaal of als de tijds-
instelling onjuist is na ontvangst van het signaal moet u uw woonplaatscode, DST (zomer-
tijd) en de instellingen voor automatische ontvangst controleren. Hieronder staan de
fabrieksinstellingen hiervoor vermeld.
Instelling
Fabrieksinstelling
Stadscode
BER (Berlijn) (module 4321) LON (Londen) (module 4322)
DST (Zomertijd)
DST
(Zelfwisselend)
A
Automatische ontvangst
R/C ON (Automatische ontvangst)
Zenders
Dit horloge is ontworpen om het tijdkalibratiesignaal te ontvangen dat wordt uitgezonden
vanuit Anthorn, Engeland en vanuit Mainflingen, Duitsland.
• Hieronder wordt uitgelegd hoe het horloge bepaalt welke zender als eerste moet worden
gecontroleerd.
Module 4321
In dit geval:
Doet het horloge dit:
De eerste automatische signaalzoek-
1. Controleert eerst het signaal uit Mainflingen.
actie nadat de fabrieksinstellingen zijn
2. Als het signaal uit Mainflingen niet kan worden ontvangen, controleert het horloge het sig-
ingeschakeld of nadat de stadscode
naal uit Anthorn.
is gewijzigd
Alle andere gevallen dan hierboven.
1. Controleert eerst het als laatste succesvol ontvangen signaal.
2. Als het laatste succesvol ontvangen signaal niet kan worden ontvangen, controleert het hor-
loge het andere signaal.
Model 4322
In dit geval:
Doet het horloge dit:
De eerste automatische signaalzoek-
1. Controleert eerst het signaal uit Anthorn.
actie nadat de fabrieksinstellingen zijn
2. Als het signaal uit Anthorn niet kan worden ontvangen, controleert het horloge het signaal uit
ingeschakeld of nadat de stadscode
Mainflingen.
is gewijzigd
Alle andere gevallen dan hierboven.
1. Controleert eerst het als laatste succesvol ontvangen signaal.
2. Als het laatste succesvol ontvangen signaal niet kan worden ontvangen, controleert het hor-
loge het andere signaal.
• Op de achterkant van uw horloge staat het modulenummer. Het modulenummer (4321 of
4322) is in de behuizing op het achterklepje gegraveerd.
4321
4322
© CA S I O B e n e l u x B .V. A m s t e l v e e n -
W W W. C A S I O . N L